Artikel 2.2.1.
Gebruikseisen 1.
voor
inrichtingen
Het is verboden een inrichting gebruikt
voor andere dan de in artikel 2.1.1 lid 1
bedoelde doeleinden te gebruiken, indien
de wijze van gebruik van de inrichting in
relatie tot de beoogde gebruiksfunctie
niet geacht kan worden een brandveilig
gebruik te zijn.
Het is verboden een inrichting te
gebruiken in strijd met de gebruikseisen
zoals die per onderwerp vermeld staan in
de van overeenkomstige toepassing zijnde
bijlage 3 bij de Bouwverordening 1993.
Onverminderd het gestelde in het tweede
lid, is het verboden een inrichting niet
zijnde een woonschip, uitgezonderd een
woonschip waarin sprake is van verminderde
zelfredzaamheid van bewoners, te gebruiken
in strijd met de gebruikseisen zoals per
onderwerp vermeld in de van overeen
komstige toepassing zijnde bijlage 4 bij
de Bouwverordening 1993.
Onverminderd het gestelde in het eerste
lid, is het verboden een woonschip, dat in
gebruik is als kamerverhuurinrichting, te
gebruiken in strijd met de gebruikseisen
zoals per onderwerp vermeld in bijlage 4
van de Bouwverordening 1993.
Onverminderd het gestelde in het eerste
lid, is het verboden een woonschip, dat in
gebruik is als prostitutiebedrijfte
gebruiken in strijd met de gebruikseisen
zoals per onderwerp vermeld in bijlage 4
van deze Bouwverordening 1993.
Burgemeester en wethouders kunnen
ontheffing verlenen van lid 2 voor wat
betreft het vijfde en zesde lid van
artikel 3 van bijlage 3 van de Bouw
verordening 1993, buiten toepassing
verklaren.
Artikel 2.2.2.
Verbod stoffen 1. Het is verboden stoffen als bedoeld
aanwezig in artikel 4 van de Regeling Bouw-
te hebben besluit brandveiligheid in, op of nabij
een inrichting aanwezig te hebben.
Paragraaf 2 Het voorkomen van brand en het beperken van
brand en brandgevaar