Hoofdstuk 3 Straf-, overgangs-, slotbepalingen
Artikel 3.1.
Toezicht Het toezicht op de naleving van de bepalingen
op de naleving van deze verordening wordt opgedragen aan door
burgemeester en wethouders aangewezen
ambtenaren van de brandweer en daartoe door
burgemeester en wethouders aangewezen andere
ambtenaren
Artikel 3.2.
Strafbepaling Overtreding van het bij of krachtens deze
verordening bepaalde wordt gestraft met
hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete
van de derde categorie.
Artikel 3.3.
Overgangs- 1.
bepaling
(aanvragen om)
gebruiksvergunning
Een aanvraag om gebruiksvergunning als
bedoeld in artikel 26 van de
Brandbeveiligingsverordening 1990 vast
gesteld bij raadsbesluit d.d. 1 februari
1990, alsmede enig beroep, ingesteld tegen
een beslissing omtrent een dergelijke
aanvraag, wordt afgedaan op grond van de
Brandbeveiligingsverordening 1990 en alle
daarin aangebrachte wijzigingen.
Een gebruiksvergunning als bedoeld in
artikel 2 6 van de Brandbeveiligings
verordening 1990 vastgesteld bij
raadsbesluit d.d. 1 februari 1990 geldt
als gebruiksvergunning als bedoeld in
artikel 2.1.1., voor zover deze niet
krachtens artikel 12.4 lid 3, van de Bouw
verordening 1993 geldt als gebruiks
vergunning als bedoeld in artikel 6.1.1.
van de Bouwverordening 1993.
Artikel 3.4.
Slotbepaling 1. Deze verordening treedt in werking op de
eerste dag van de maand volgend op die
waarop zij is afgekondigd.
2. Bij de inwerkingtreding van deze
verordening vervalt de Brandbeveiligings
verordening 1990, vastgesteld bij
raadsbesluit d.d. 1 februari 1990 en alle
daarin aangebrachte wijzigingen.
3. Deze verordening kan worden aangehaald
als: Brandbeveiligingsverordening 1993.