soa
gemeente Breda
RAADSVOORSTEL
Registratie nr
Dienstafdeling
Bij lage
SE/BJZ
Geen.
BETREFT BEROEPSCHRIFT VAN DE STICHTING BUURTRAAD ROND DE FONTEIN, TEGEN
HET BESLUIT VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT ERKENNING VAN DE STICHTING
ALS WIJKORGANISATIE MET INGANG VAN 1 JULI 1992.
Bij brief van 23 oktober 1992 berichtten wij het bestuur van buurtraad Rond
de Fontein i.o. dat wij de stichting met ingang van 1 juli 1992 erkennen
als wijkorganisatie, conform artikel 2 en 3 van de subsidieregeling wijk
of buurtorganisaties van december 1984.
Tegen deze beslissing diende de stichting Buurtraad Rond de Fontein (hierna
te noemen appellante), op grond van artikel 19, lid 2, van de Subsidiever
ordening Welzijn 1987 (verder te noemen de subsidieverordening), bij uw
raad een beroepschrift in. Dit beroepschrift is voorgelegd aan de commissie
voor bezwaar- en beroepschriften die op 17 februari 1993 een hoorzitting
heeft gehouden. Het verslag daarvan is aan de stukken in het ter inzage
liggende procesdossier toegevoegd.
Wij stellen u voor om overeenkomstig het advies van de commissie voor be
zwaar- en beroepschiften te beslissen. Dat advies is integraal opgenomen
onder de rubriek motivering/toelichting.
VOORSTEL
1. Het ingestelde beroep ongegrond te verklaren;
2. De bestreden beslissing, qua motivering, te wijzigen als hierna bedoeld.
MOTIVERING/TOELICHTING
De commissie voor bezwaar- en beroepschriften heeft het volgende overwogen.
De administratieve beroepsprocedure is een procedure van volledige herover
weging. Die overweging kan worden ingegeven door argumenten die in het
beroepschrift zijn aangevoerd, maar zij kan ook berusten op ambtshalve
overwegingen, gronden die buiten het beroepschrift zijn gelegen. Voordat de
commissie ingaat op het door appellante ingestelde beroep, wil zij eerst
ambtshalve aandacht schenken aan het bestreden besluit.
In dat besluit wordt ervan uitgegaan dat de met ingang van 1 januari 1985
in werking getreden subsidieregeling wijk- of buurtorganisaties nog zou
gelden. Deze regeling is echter, op grond van artikel 49, lid 1, onder i,
van de subsidieverordening, ingetrokken en wel met ingang van de datum van
inwerkingtreding van die verordening. De in die regeling vermelde criteria
die bij de beoordeling van een verzoek om erkenning als wijk- of buurtorga
nisatie in acht worden genomen, zijn overigens in grote lijnen dezelfde als
thans worden gehanteerd op grond van de hierna nader aangeduide subsidie
richtlijnen. Alleen het criterium dat de wijk- of buurtorganisatie rechts
persoonlijkheid moet bezitten, kan nu niet meer als zodanig worden gehan
teerd. De grondslag van het erkenningsbesluit wordt dus niet gevormd door
genoemde subsidieregeling maar door de later, ter vervanging daarvan op
grond van de subsidieverordening, vastgestelde subsidierichtlijnen.
De subsidieverordening opent in beginsel de mogelijkheid voor het verstrek
ken van subsidie aan een instelling als die van appellante.
INLEIDING