2. Partijen erkennen, dat het in het eerste lid sub b beoogde
doel voor de gerealiseerde en de in voorbereiding zijnde
steunpunten nog niet is gerealiseerd. Partijen zullen aan
elkaar volledige medewerking verlenen aan het realiseren van
de in het eerste lid bedoelde eigendomsverdeling, in die zin,
dat:
de gemeente de grond verkoopt en levert aan de corporatie;
- de corporatie de grond koopt en meewerkt aan de levering.
3. Verkoop en levering zal plaatsvinden onder:
- de hierna in deze overeenkomst opgenomen voorwaarden,
alsmede
onder overige nader tussen partijen overeen te komen voor
waarden.
Artikel 4 bestemming
In afwijking van het bepaalde in artikel 47 van de Subsidiever
ordening Welzijn 1987 gelden ten aanzien van de bestemming de
volgende voorwaarden:
1. Partijen streven er in beginsel naar de steunpunten hun be
stemming als zodanig gedurende ten minste veertig jaar te
laten behouden.
2. Wijziging van de bestemming behoeft de voorafgaande schrifte
lijke instemming van zowel de gemeente als de betreffende
corporatie. Indien deze partijen instemmen met een bestem
mingswijziging zullen zij daarbij tevens in overleg de voor
waarden waaronder die wijziging plaatsvindt, bepalen.
3. Indien de corporatie de bestemming wijzigt zonder voorafgaan
de schriftelijke instemming van de gemeente zal zij de door
de gemeente aan de corporatie betaalde bijdrage in de kosten
van de realisering van het steunpunt aan de gemeente terugbe
talen. Bij de berekening van het terug te betalen bedrag
wordt in mindering gebracht een veertigste deel voor elke
hele periode van twaalf maanden dat het steunpunt als zodanig
in gebruik is geweest.
Artikel 5 exploitatie/verhuur aan SOB/andere huurder
1. De corporaties zullen de steunpunten verhuren aan de Stich
ting Ouderenwerk Breda. De gemeente kan een andere exploitant
aanwijzen waaraan de corporaties de steunpunten zullen verhu
ren ter uitvoering van bedoelde bestemming.
2. De huur bestaat uitsluitend uit de volgende componenten en
bijbehorende maxima:
a. kosten van het onderhoud dat voor rekening komt van de
verhuurder: aantal eenheden (aantal m2 steunpuntruimte,
vermeerderd met een in onderling overleg nader te bepalen
aantal m2 van de gemeenschappelijke toegang, gedeeld door
aan het aantal m2 van een woning in het project) maal de
door het ministerie van VROM per 1-7-1991 ten behoeve van
4