gemeente Breda
I
RAADSVOORSTEL
Registratie nr
Dienst/afdeling
Bijlage
1993 /1 93
936802104
SE/BJZ
Geen.
BETREFT VERSCHEIDENE BEZWAARSCHRIFTEN TEGEN HET NEMEN VAN EEN VOORBEREI-
DINGSBESLUIT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 21 VAN DE WET OP DE RUIMTELIJKE
ORDENING VOOR EEN GEDEELTE VAN HET GEBIED VAN DE SPOORZONE.
In uw vergadering van 17 december 1992 besloot u te verklaren dat een
bestemmingsplan wordt voorbereid voor een gedeelte van het gebied van de
Spoorzone.
Tegen dit (voorbereidings)besluit zijn op grond van de Wet administratieve
rechtspraak overheidsbeschikkingen (Wet arob) door omwonenden en de Stich
ting Actiecomité Belcrum twaalf bezwaarschriften ingediend. Deze bezwaar
schriften zijn voorgelegd aan de Commissie voor bezwaar- en beroepschrif
ten. In verband met kennelijke niet-ontvankelijkheid zijn bezwaarden niet
gehoord.
Wij stellen u voor om overeenkomstig het advies van de Commissie voor be
zwaar- en beroepschriften te beslissen. Het advies is integraal opgenomen
onder de rubriek motivering/toelichting.
1. S. Croft, mw. B.Croft, H. v.d. Muysenberg, J. van de Put e.a., M.
Hermans en K. Hinssen, fam. J.J.N. Jespers, A.P.J. van der Linden,
M.T.B. Hermans en P.M.H. de Jaeger, de bewoners van het Speelhuis
plein, Stichting Actiecomité Belcrum, J. van Nijnatten, Drs. J. Poell,
Th. Koek en J.M. Kock-Adriaansen niet-ontvankelijk te verklaren in hun
bezwaarschriften.
MOTIVERING/TOELICHTING
De Commissie voor bezwaar- en beroepschriften heeft het volgende overwogen.
Op grond van artikel 7 van de Wet arob kan een bezwaarschrift worden
ingediend door een natuurlijke of rechtspersoon, die door een beschikking
rechtstreeks in zijn belang is getroffen. Er moet dus om in een arob-be-
zwaarschrift te kunnen worden ontvangen, aan een aantal vereisten worden
voldaan. Onder meer aan het vereiste dat het moet zijn gericht tegen een
"beschikking"
Volgens artikel 2, tweede lid, onder a, van de Wet arob, is een besluit van
algemene strekking geen beschikking in de zin van de Wet arob. Een voorbe-
reidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening is in de regel een besluit van algemene strekking. Bepalend
daarbij is met name de omvang en de verscheidenheid van het gebied dat door
het voorbereidingsbesluit wordt bestreken.
INLEIDING
VOORSTEL