- 5 -
RAADSVOORSTEL vervolg /227
Ad 5. Leges
Algemeen:
De in de ontwerp-"Legesverordening Breda 1994" vermelde tarieven zijn ten
opzichte van 1993 in principe met 0,4 verhoogd. Voor een aantal tarieven,
welke na deze reguliere aanpassing nog niet kostendekkend zijn, stellen wij
u een (gefaseerde) extra verhoging voor. Deze extra verhoging heeft betrek
king op de onderstaande tarieven welke per afdeling en dienst nader zijn
toegelicht. In de ontwerp-legesverordening hebben wij voor zover mogelijk
het belastbare feit gesteld op "het in behandeling nemen van een aanvraag"
in plaats van "voor het verstrekken of het verlenen van een vergunning".
Hiermede wordt het mogelijk om aan een aanvrager aan wie geen vergunning
kan worden verleend toch (een deel van) de leges te berekenen. Dit achten
wij gerechtvaardigd om reden dat ook bij een afwijzing door de gemeente
kosten zijn gemaakt. Verder kan door deze wijziging de nota leges in een
eerder stadium aan de belastingplichtige worden toegezonden.
Afdeling Burgerzaken:
Bij vermissing van een reisdocument of rijbewijs dient door de aanvrager
een verklaring van vermissing te worden overgelegd. Het is niet noodzake
lijk dat van een vermissing een proces-verbaal door de politie wordt
opgemaakt. In voorkomende gevallen kan op verzoek van de aanvrager een
dergelijke verklaring door de afdeling Burgerzaken worden opgesteld, welke
vervolgens door de aanvrager moet worden ondertekend. Aan artikel 20 en 39
is een nieuw lid toegevoegd op grond waarvan voor deze dienstverlening een
tarief is verschuldigd van 16,
Met ingang van 1 januari 1992 zijn de Paspoortwet (Stb. 1991, 498) en het
Besluit paspoortgelden (Stb. 1991, 563) in werking getreden. De heffing van
rijksleges voor het verlenen van reisdocumenten na vermissing, is komen te
vervallen. Uit de geschiedenis van de totstandkoming van de Paspoortwet
volgt dat de gemeente de extra kosten, die de extra werkzaamheden voor het
verlenen van een reisdocument na vermissing met zich meebrengen, mag
doorberekenen aan de aanvrager van het reisdocument. Van belang is echter
dat het hogere tarief in relatie staat tot de extra kosten en niet het
karakter van een straf krijgt, aangezien dit in strijd is met artikel 6 van
het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM)Op
grond van de circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken d.d. 16
juli 1993, PIB93/U1084-RDinzake de verificatie van persoonsgegevens bij
aanvraag van een vervangend persoonsdocument worden onder andere de
volgende preventieve maatregelen dringend geboden geacht. Indien bij een
aanvraag van een vervangend document het vorige document niet kan worden
overlegd dienen de aanvraagbescheiden te worden vergeleken met de beschei
den van de vorige aanvraag. (fotovergelijking, handschriftvergelijking
eet.) Als de bescheiden van de vorige aanvraag zich bij een andere autori
teit bevinden dan de autoriteit die de aanvraag van het vervangend document
in ontvangst heeft genomen, dienen eerstgenoemde bescheiden ter vergelij
king te worden opgevraagd. Verzending over en weer van de originele
aanvraagbescheiden geschiedt per aangetekende post. Bij de actuele aan
vraagbescheiden dient een kopie van de bescheiden van de vorige aanvraag te
worden bewaard. De voor het opzoeken, vergelijken en kopieƫren van de
aanvraagbescheiden benodigde tijd bedraagt gemiddeld 20 minuten per
aanvraag. In de artikelen 20 en 39 van de concept-legesverordening hebben
wij, gelet op het uurtarief van de afdeling Burgerzaken voor 1994, terzake
een aan de kosten gerelateerd tarief opgenomen van 32,50.