- 7 - RAADSVOORSTEL vervolg 227 bedrag aan leges geheven, in 1993 17,70. Een en ander geschiedde met als achtergrond om te voorkomen dat de hoogte van de leges een drempel vormde, om voor een tijdelijk gebruik een gebruiksvergunning aan te vragen waardoor het niveau van de brandveiligheid mogelijk ernstig zou worden verlaagd. Uit ervaringscijfers kan worden afgeleid dat de kosten voor een vergunning voor het tijdelijk in gebruik houden van een bouwwerk of inrichting ten behoeve van een evenement 362,bedragen. Om eerder genoemd argument stellen wij uw raad voor dit tarief op 25 van de werkelijke kosten te stellen. Bij een gefaseerde verhoging bedraagt het tarief voor 1994 58,en voor 1995 90,50. Dienst Openbare Werken: In verband met de invoering van de nieuwe Woningwet, de vaststelling van een nieuwe bouwverordening en de wijziging van de Kampeerwet is een aantal redactionele wijzigingen en aanvullingen in paragraaf 9 van de concept- legesverordening opgenomen. In artikel 30 is in het tarief voor vergunningen ingevolge de verordening op logeer- en/of kamerverhuurinrichtingen een differentiatie aangebracht naar het aantal kamers waarop een aanvraag betrekking heeft. Daarmede wordt een betere relatie verkregen tussen de met de vergunningaanvraag samenhan gende kosten en het tarief. Aan artikel 31 zijn twee leden toegevoegd op grond waarvan leges kunnen worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vrijstelling als bedoeld in artikel 352, lid 1, van de bouwverordening 1965 en artikel 2.5.30, lid 4 van de Bouwverordening 1993. Ook is een nieuw lid toegevoegd met betrekking tot vergunningen als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet 1988. Indien de aanvraag betrekking heeft op een rijksmonument is een hoger bedrag aan leges verschuldigd in verband met de extra werkzaamheden zoals de ter inzagelegging en de adviesaanvrage aan de rijksdienst. Lid 11 is uitgebreid met met tweetal onderdelen. Enerzijds vanwege het feit dat het niet meer noodzakelijk is dat voor het voeren van een procedure ingevolge artikel 19, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening een aanvraag om een bouwvergunning moet zijn ingediend en anderzijds vanwege de loskoppeling van deze procedure met de in artikel 50, lid 6, van de Woningwet bedoelde procedure. Met de invoering van de nieuwe Woningwet dient de gemeente een openbaar register aan te leggen van alle bouwplannen. Dit register heeft tot doel om enerzijds de burger in staat te stellen zich te laten informeren over bepaalde bouwplannen en anderzijds biedt het register informatie over de aannemer of aannemers die betrokken zijn bij de uitvoering van bouwwerken, zulks ter beperking van sluikbouw. Het verstrekken van informatie brengt kosten met zich mede. Om een beperkte raadpleging in het openbaar register voor de burger van Breda zonder kosten te kunnen laten plaatsvinden, wordt op grond van artikel 31, lid 22, van de concept-legesverordening 1994 pas een tarief in rekening gebracht als een burger aan de balie Bouwen en Wonen inzage vraagt in meer dan twee bouwplannen. Wordt aan de balie Bouwen en Wonen een uittreksel van een bouwplan verlangd, dan bedragen de kosten 7,50 per bouwplan. Voor het naar aanleiding van een schriftelijk verzoek verstrekken van inlichtingen uit het bouwregister wordt een tarief van 1,50 per bouwplan geheven met een minimum van 10,50, vermeerderd met de kosten verbonden aan de tijd die nodig is voor het verzamelen, selecteren, bewerken en verstrekkingsgereedmaken van de gevraagde informatie. Door een wijziging van de Kampeerwet ontstaan er ruimere mogelijkheden voor onder andere het kamperen bij de boer. In artikel 32 is voor een dergelijke vergunning een tarief opgenomen van 151,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 1288