gemeente Breda
RAADSBESLUIT 1993/227 d
Registratie nr 936803291
Dienst/afdeling SECR/BEL
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de
daarin vermelde overwegingen;
gelet op de artikelen 272, aanhef 'en onderdeel i, en 277, eerste lid, aanhef
en onderdeel b, ten eerste en ten derde, van de gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening op de heffing en invordering van een
recht wegens het gebruik of genot van voor de openbare dienst bestemde grond
of water, waarvan de gemeente de eigendom dan wel het beheer en onderhoud
heeft en voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare
dienst bestemde gemeentegrond of voor de openbare dienst bestemd gemeente
water
A. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Aard van
heffing
Voor het gebruik of genot van voor de openbare
dienst bestemde grond of water waarvan de gemeente
de eigendom dan wel het beheer en onderhoud heeft
en voor het hebben van voorwerpen onder, op of
boven voor de openbare dienst bestemde gemeente
grond of voor de openbare dienst bestemd gemeente
water wordt onder de naam van precariorechten op
grond van artikel 277 letter b, onder 1 en 3, van
de gemeentewet een recht geheven.
Artikel 2
Belasting- Belastingplichtig is ieder:
plicht a. die ter zake de vereiste vergunning heeft ver
kregen of
b. die gebruik maakt of het genot heeft van voor de
openbare dienst bestemde gemeentegrond of water,
waarvan de gemeente de eigendom dan wel het be
heer en onderhoud heeft of;
c. van wie, dan wel ten behoeve van wie, voorwerpen
onder, op of boven de voor de openbare dienst be
stemde gemeentegrond of voor de openbare dienst
bestemd gemeentewater worden aangetroffen.
Artikel 3
Aanvang be- Wanneer in deze verordening het recht is vastge-
lasting- steld voor een jaar, wordt voor zover in deze ver
plicht ordening niet anders is bepaald, indien de belas
tingplicht in de loop van het heffingsjaar ont
staat, voor de eerste maal slechts een aanslag op
gelegd over zoveel twaalfde gedeelten van een jaar
als er nog maanden overblijven (gedeelten van een
maand voor een gehele maand gerekend) en is voor
elke maand 1/12 van het jaartarief verschuldigd.
Artikel 4
Definities 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt
voor zover niet anders is bepaald verstaan
onder:
a. jaar een kalenderjaar;
b. een maand een tijdvak, dat aanvangt op een
bepaalde datum van een maand en