- 17 -
afwijking van het eerste lid, aan leges geheven
J5 deel van de op grond van lid 1, sub a, onder
deel 1 verschuldigde leges met een minimum van
30,en een maximum van 1.000,in voor
komende gevallen vermeerderd met het bedrag dat
op grond van het bepaalde onder lid 1, sub a.,
onderdeel 2, is verschuldigd.
9. De leges bedragen ter zake van het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning tot het geheel of gedeeltelijk onttrek
ken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning,
tot het samenvoegen van woonruimte met andere woon
ruimte, of tot omzetting van zelfstandige woon
ruimte in onzelfstandige woonruimte, als bedoeld
in artikel 30, eerste lid, respectievelijk onder
deel a, b en c van de Huisvestingswet 100,
10. Indien een bouwvergunning alleen kan worden
afgegeven na herziening e.g. wijziging van het
bestemmingsplan, worden de overeenkomstig het
eerste lid verschuldigde leges verhoogd met
8,58 °/oo van de begrote kosten voorzover deze
het bedrag van 250.000,niet overschrijden.
Wordt genoemd bedrag overschreden dan wordt
over de overschrijding 5,36 °/oo geheven. Deze
verhoging kan niet minder bedragen dan 803,
en niet meer dan 100.400,
11. a. Indien voor de behandeling van een aanvraag
om een vergunning een procedure moet worden
gevolgd op basis van artikel 11, 17, 18 of
18a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
en/of artikel 50, lid 6, van de Woningwet,
worden de overeenkomstig het eerste lid ver
schuldigde leges verhoogd met 5,36 °/oo van de
bouwkosten met een minimum van 100,en
een maximum van 12.000,met dien verstande
dat de in dit lid bedoelde leges ook worden
geheven indien de bouwvergunning niet wordt
verleend c.q. niet kan worden verleend.
b. Voor het voeren van een procedure op basis van
artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Orde
ning al dan niet in combinatie met artikel 50,
lid 6, van de Woningwet en al dan niet in com
binatie met een verzoek om een bouwvergunning,
of het in behandeling nemen van een verzoek
daarvoor is aan leges verschuldigd een bedrag
van 5,36 °/oo van de bouwkosten met een minimum
van 1.200,en een maximum van 12.000,
c. Indien voor de behandeling van een aanvraag om
een vergunning een procedure als bedoeld in
artikel 50, lid 6, van Woningwet moet worden
gevolgd, zonder dat daarvoor tevens een proce
dure op basis van artikel 19 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening wordt gevoerd, is aan
leges verschuldigd 2/3 deel van de leges die
op grond van lid 11, onderdeel b, zijn ver
schuldigd met een minimum van 800,en een
maximum van 8.000,
12. Indien de aanvraag betrekking heeft op een
bouwplan waarvoor een vergunning moet worden
verleend met toepassing van artikel 19 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening, al dan niet in
combinatie met artikel 50, lid 6, van de
Woningwet, wordt het overeenkomstig het eerste
lid berekende bedrag verhoogd met het bedrag aan
leges ingevolge de provinciale legesverordening
zoals dat voorafgaand aan het in behandeling
nemen van de aanvraag aan de aanvrager is mede-