- 26 -
HOOFDSTUK V
Artikel 51
Wijze van De leges worden geheven bij wege van een mondelinge
heffing dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving,
waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk,
zegel, nota of ander schriftuur.
Artikel 52
Tijdstip van
betaling
1. De leges moeten worden betaald ingeval de ken
nisgeving als bedoeld in artikel 51 mondeling
wordt gedaan: op het moment van het doen van de
kennisgeving; ingeval de kennisgeving schrifte
lijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken
van de kennisgeving.
2. De leges moeten worden betaald ingeval de ken
nisgeving als bedoeld in artikel 51 wordt toege
zonden binnen 8 dagen na de dagtekening van de
kennisgeving.
3. Indien het bedrag dat vermoedelijk gevorderd zal
worden zulks rechtvaardigt, kan een voorlopig
bedrag gevorderd worden.
HOOFDSTUK VI
DELEGATIE
Artikel 53
Nakoming van
verplich
tingen
De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 50 en
51 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
(Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 61 van de
Invorderingswet 1990 (Stb. 221) gelden mede jegens
de door burgemeester en wethouders aangewezen
ambtenaren der gemeentelijke belastingen.
Artikel 54
Aanwijzing Burgemeester en wethouders kunnen een of meer
ambtenaren gemeente-ambtenaren aanwijzen die in hun plaats
treden met betrekking tot de uitvoering van enige
wettelijke bepaling betreffende de heffing of de
invordering van leges.
HOOFDSTUK VII
SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 55
Inwerking- De verordening treedt in werking op de eerste dag
treding van de maand, volgende op die waarin de koninklijke
goedkeuring is verleend, doch niet eerder dan op 1
januari 1994.
Artikel 56
Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald onder de
titel: "Legesverordening Breda 1994".