Gemeente Breda Oraanisatieverordenina Breda 1994 blad 3 Hoofdstuk 1. ALGEMENE BEPALINGEN 1.1 Deze verordening regelt de structuur van de gemeentelijke organisatie en de werkwijze ervan in hoofdlijnen. 1.2 De gemeentelijke organisatie omvat een bestuurlijke en een ambtelijke component 1.3 De bestuurlijke component bestaat uit de raad, het college van burgemeester en wethouders, de leden van het college, voorzover zij daartoe op grond van artikel 2.8.4 gemandateerd zijn, de burgemeester, de bestuurscommissies, de vaste commissies van advies en bijstand en de adviesraden, overige commissies en portefeuilleoverlegvormen. 1.4 De ambtelijke component bestaat uit de secretaris, de bestuursdienst, de overige diensten, de andere organisatorische eenheden en overlegvormen. Voor de toepassing van deze verordening worden tot de ambtelijke component niet gerekend de scholen voor openbaar onderwijs, tenzij anders is vermeld. 1.5 De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen de gemeentelijke organisatie zijn - in hoofdlijnen - als volgt verdeeld: 1.5.1 de raad bepaalt het beleid, de wijze van functioneren van de gemeentelijke organisatie en de daaruit voortvloeiende hoofdstructuur van de bestuurlijke en ambtelijke organisatie; 1.5.2 het college van burgemeester en wethouders geeft - binnen het door de raad uitgezette kader - als dagelijks bestuur sturing aan de activiteiten van de diensten en andere organisatorische eenheden en: - bepaalt daartoe het beleid en de hoofdinrichting van de diensten en - voert daartoe het doelmatig en rechtmatig beheer van de diensten, voorzover dat niet aan een bestuurscommissie is opgedragen; 1.5.3 de dagelijkse leiding van de dienst is opgedragen aan de eindverantwoordelijkheid van de secretaris, voor wat betreft de Bestuursdienst, en aan de algemeen directeuren, elk voor wat betreft hun dienst; zij staan daarbij onder sturing en toezicht van het college van burgemeester en wethouders, respectievelijk de betreffende bestuurscommissie. 1.5.4 aan de secretaris is opgedragen de zorg voor de ontwikkeling en instandhouding van het plannings- en control-instrumentarium teneinde het bestuur in staat te stellen de diensten te sturen, alsmede de control op de schaal van de gehele gemeentelijke organisatie; hij staat daarbij rechtstreeks onder de raad. 1.6. Uitgangspunten voor de structuur en werkwijze van de bestuurlijke en ambtelijke component zijn: 1.6.1 bestuurlijk: - geïntegreerde voorbereiding en uitvoering van beleid; effectieve sturing van (hoofdpunten van) beleid op output; effectieve sturing van middelenbeleid. 1.6.2 ambtelijk: verdeling van het ambtelijk apparaat in een zo beperkt mogelijk aantal beleidssectoren, dit om de gewenste integrale beleidsvoorbereiding en -uitvoering zoveel mogelijk tot stand te brengen en te behouden; beperking van het aantal diensten tot zoveel mogelijk één per beleidssector; op integrale beleidsvoorbereiding en -uitvoering gericht management; zoveel mogelijk toepassing van mandaat, naar het laagst mogelijke niveau in de ambtelijke organisatie, zodat de organisatie zo plat mogelijk is; een overlegstructuur, waarin in verticale en horizontale verbanden betrokkenheid en informatie sluitend zijn geregeld; product- en klantgerichte organisatie en functioneren; - efficiënt functioneren. 1.7 Deze hoofdlijnen zijn nader uitgewerkt in de volgende hoofdstukken. 1.8 Het bijstellen van deze hoofdlijnen vindt plaats in een continu proces van organisatieontwikkeling.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 1364