Gemeente Breda
Oraanisatieverordenina Breda 1994
blad 5
aan de raad.
paragraaf 4 De bestuurscommissies
2.16 Onverminderd het uitgangspunt van geïntegreerd bestuur kunnen
bestuurscommissies worden ingesteld teneinde:
bestuurswerkzaamheden over meerdere organen te spreiden, zodat
bestaande organen worden ontlast en de slagvaardigheid wordt
versterkt;
deskundige danwel geïnteresseerde burgers bij het bestuur te
betrekken;
op terreinen waar de gemeente meerdere, uit een oogpunt van zuivere
verhoudingen soms moeilijk te combineren, functies vervult, één van
die functies door een bestuurscommissie te laten vervullen.
2.17 Aan bestuurscommissies kunnen worden toegekend:
bepaalde, andere dan adviserende, bevoegdheden van de raad en het
college van burgemeester en wethouders
al dan niet in combinatie met:
de bevoegdheden specifiek verband houdende met het dagelijks bestuur
over een of meer diensten.
2.18 De taken, bevoegdheden, werkwijze, en secretariaten van de
bestuurscommissies worden door de raad nader geregeld, in beginsel op
uniforme wijze.
2.19 Ingesteld zijn de volgende bestuurscommissies:
Bestuurscommissie sociale werkvoorziening Breda;
- Commissie sociale zekerheid;
- Bestuurscommissie openbaar basis en speciaal onderwijs.
paragraaf 5 De vaste commissies van advies en bijstand
2.20 De raadscommissies vormen een vast en structureel onderdeel van de
bestuurlijke organisatie.
2.21 De raadscommissies:
worden vroegtijdig betrokken bij de ontwikkeling van beleid en
krijgen daartoe van het college van burgemeester en wethouders het
ontwerp-beleid ter bespreking voorgelegd;
- hebben een adviserende functie in de richting van het college van
burgemeester en wethouders over de uiteindelijk aan de raad voor te
leggen voorstellen.
2.22 De raad regelt de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de
vaste commissies van advies aan burgemeester en wethouders of aan de
burgemeester
paragraaf 6 De tijdelijke commissies, adviesraden en overige commissies
2.23 Andere commissies van advies aan de raad, aan het college van
burgemeester en wethouders of aan de burgemeester worden door de raad,
het college van burgemeester en wethouders onderscheidenlijk door de
burgemeester ingesteld.
2.24 De raad, burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester
regelt bij de instelling tevens de bevoegdheden, de samenstelling en de
werkwijze van de commissies.
2.25 De commissies kunnen worden ingesteld indien dat gewenst is in verband
met:
het vergroten van deskundige inbreng bij de totstandkoming van
beleid;
het vergroten van betrokkenheid van burgers, instellingen en
bedrijven bij de totstandkoming van beleid.
2.26 Om lid te kunnen zijn van een commissie is vereist dat men ingezetene is
van de gemeente Breda, tenzij dat niet gewenst is gelet op de aard of de
inhoud van de regeling of een wettelijk voorschrift.