Gemeente Breda
Oraanisatieverordening Breda 1994
blad 9
paragraaf 5 De dienstleiding: positie, taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden
3.16 Elke dienst staat onder leiding van een algemeen directeur, een of meer
vakdirecteuren en een stafdirecteur middelen, tesamen vormend het
managementteam. Van het managementteam kunnen andere door de algemeen
directeur aangewezen medewerkers van de dienst deeluitmaken.
3.17 De algemeen directeuren zijn belast met de zorg voor:
de ontwikkeling van de dienst als geheel;
de ontwikkeling en toepassing van een samenhangend stelsel van
plannings- en control-instrumenten binnen de dienst;
het beheer van de middelen van de dienst als geheel.
Dit omvat onder andere:
de algemene leiding over de dienst en het daarbij werkzame personeel
met betrekking tot de aan de dienst opgedragen taken;
- de algemene regeling van de werkzaamheden van het personeel;
de zorg voor het realiseren van de door de raad en/of burgemeester en
wethouders respectievelijke de betreffende bestuurscommissie bepaalde
beleid;
de zorg voor de doelmatige en doeltreffende aanwending van de daartoe
ter beschikking gestelde middelen;
het verrichten van alle daartoe vereiste feitelijke handelingen
alsmede - voor zover daartoe de bevoegdheid is gedelegeerd of ge
mandateerd - het verrichten van alle rechtshandelingen.
3.18 De algemeen directeuren worden benoemd en ontslagen door de raad op
voordracht van het college van burgemeester en wethouders.
Tot het doen van deze voordrachten wordt niet overgegaan dan nadat het
personeel van de betreffende dienst bij de selectie is betrokken op door
het college van burgemeester en wethouders nader te bepalen wijze.
De algemeen directeuren worden geschorst door burgemeester en wethouders.
3.19.1 De algemeen directeur staat onder gezag van het college van burgemeester
en wethouders respectievelijk de betreffende bestuurscommissie. De
algemeen directeur is aan het college van burgemeester en wethouders
respectievelijk de betreffende bestuurscommissie verantwoording schuldig
over de uitoefening van zijn taken.
3.19.2 Hij oefent zijn taken uit met inachtneming van de door het college van
burgemeester en wethouders respectievelijk de betreffende
bestuurscommissie te geven aanwijzingen, alsmede de aan hem ter
beschikking gestelde middelen.
3.19.3 De algemeen directeur brengt in het kader van zijn verantwoordingsplicht
jegens het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de
betreffende bestuurscommissie verslag uit over het door hem gevoerde
dagelijkse beheer volgens de door het college van burgemeester en
wethouders respectievelijk de betreffende bestuurscommissie nader te
bepalen vorm en frequentie.
3.20 De vakdirecteuren zijn belast met de zorg voor de ontwikkeling en de
beleidsinhoudelijke aansturing van de aan hen toegewezen vakdirecties.
Dit omvat ten minste:
de beleidsinhoudelijke leiding over de dienst-sector en het daarbij
werkzame personeel met betrekking tot de aan de vakdirectie op
gedragen taken;
de zorg voor het realiseren van de door de raad en/of burgemeester en
wethouders respectievelijke de betreffende bestuurscommissie bepaalde
omvang en kwaliteit van de door de dienst te verrichten
beleidsinhoudelijke werkzaamheden, binnen de daarbij bepaalde tijd;
het verrichten van alle daartoe vereiste feitelijke handelingen
alsmede - voor zover daartoe de bevoegdheid is gedelegeerd of ge
mandateerd - het verrichten van alle rechtshandelingen.
3.21 De stafdirecteuren middelen zijn belast met de zorg voor de ondersteuning
van de algemeen directeuren bij het beheer van de aan hen toegewezen
middelen, waartoe in ieder geval de financiƫle middelen behoren.
3.22.1 Binnen de Bestuursdienst bestaan een cluster concernzaken en een cluster
algemene en facilitaire zaken.
3.22.2 Binnen de Bestuursdienst is de leiding opgedragen aan de secretaris,
waarbij
de secretaris de eind-verantwoordelijkheid voor de gehele dienst
draagt en daarnaast de cluster concern-zaken aanstuurt;