Gemeente Breda
Oraanisatieverordening Breda 1994
blad 12
Hoofdstuk 4. ORGANISATIE van het FINANCIEEL MANAGEMENT
paragraaf 1: algemeen
4.1 Met dit hoofdstuk wordt invulling gegeven aan de in artikel 214 van de
Gemeentewet, inzake de organisatie van de administratie en het beheer van
de vermogenswaarden, en artikel 215, inzake de controle op de
administratie en op het beheer van de vermogens-waarden, bedoelde regels.
Zij laten onverlet de toedeling van taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden in de andere hoofdstukken van deze verordening.
4.2 Als bedrijf of andere tak van dienst zoals bedoeld in artikel 198 van de
Gemeentewet, met een zelfstandige administratie, begroting en rekening,
worden ingesteld:
de Bestuursdienst;
- de dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken;
het Grondbedrijf;
de dienst Sociale Zaken, Arbeidsmarktbeleid en Welzijn;
de dienst Stadsbeheer;
- het Parkeerbedrijf;
- de dienst Cultuur;
de Brandweer;
de dienst Sociale Werkvoorziening Breda;
de Stadsschouwburg;
de Milieudienst.
De taken en activiteiten voor de voormelde bedrijven/ takken van dienst
zijn beschreven in de bij deze verordening behorende en als zodanig
gewaarmerkte bijlage 2. Het college van burgemeester en wethouders,
respectievelijk de betreffende bestuurscommissie, kan ter zake nader
regels stellen.
Mede vanuit de ontwerp-begrotingen en de rekeningen van de hiervoor
genoemde takken van dienst stelt de concerndirecteur financiën de ontwerp
concern-jaarbegroting en de concern jaarrekening op zijnde de ontwerp
begroting c.q. rekening van de algemene dienst.
4.3 De algemeen directeur en de stafdirecteur middelen van de dienst
Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken respectievelijk de dienst
Stadsbeheer zijn tevens algemeen directeur en stafdirecteur middelen van
de takken van dienst Grondbedrijf respectievelijk Parkeerbedrijf.
Het college van burgemeester en wethouders stelt, op advies van de
algemeen directeur en stafdirecteur middelen, regels vast die waarborgen
dat de financieel economische zelfstandigheid van het Grondbedrijf
respectievelijk het Parkeerbedrijf wordt gegarandeerd.
paragraaf 2: De financiële functies
4.4.1 De concerndirecteur financiën adviseert, gevraagd dan wel ongevraagd, aan
concernteam, algemeen management team en college van burgemeester en
wethouders inzake:
de voorbereiding van het financieel beleid op hoofdlijnen en de
bewaking van de uitvoering daarvan;
- het financieel beheer van de gemeentelijke organisatie als geheel via
door de raad en het college van burgemeester en wethouders vast te
stellen kaders en richtlijnen.
4.4.2 Het in art. 4.4.1 bedoelde omvat onder andere:
- het doen vaststellen en bewaken van de planning van de financiële
instrumenten ingebed in de jaarcyclus op concernniveau;
het mede opstellen van concern-instrumenten;
het signaleren van en adviseren over de resultaten daarvan;
het toetsen van ingediende dienstinstrumenten aan de in art 4.4.1
genoemde kaders en richtlijnen en de advisering hierover;
het opstellen van de concern-jaarrekening;
- de mede advisering over voorstellen van diensten aan het bestuur voor
zover die niet passen binnen het algemeen financieel beleidskader;
het op bedrijfseconomisch en financieel verantwoord kwalitatief
niveau ontwikkelen van de in art. 5.3 vermelde concern-instrumenten;
het stimuleren van een adequate, op de specifieke kenmerken van de
diensten aansluitende administratieve organisatie, met daarin
verankerde interne controle;