blad 1 Organisatieverordening Breda 1994: toelichting op hoofdlijnen 1Algemeen De Organisatieverordening gaat over de structuur van de bestuurlijke en ambtelijke organisatie van de gemeente Breda en de wijze waarop deze functioneert. In de verordening is getracht over deze onderwerpen een formeel totaal-beeld te schetsen. De wijze waarop een en ander in de praktijk functioneert is uiteraard ook afhankelijk van andere factoren. De verordening is op onderdelen beschrijvend van karakter. Dat is het geval bij onderdelen waarvan op andere plaatsen (zoals wetten en verordeningen) al geregeld is dat de organisatie zo is ingericht en functioneert. Bij deze onderdelen kon worden volstaan met hoofdlijnen. De verordening is voor andere onderdelen meer regelend van karakter. Daartoe diende soms een onderwerp uitvoeriger te worden beschreven. Daarbij is gekozen voor een gelaagde structuur: hoofdlijnen door de raad vast te stellen in de verordening, uitwerking afhankelijk van het onderwerp door het dagelijks bestuur danwel het diensthoofd. De verordening kan voor deze onderwerpen dienen als: instructie voor de secretaris (art. 104 nieuwe Gemeentewet); verordening ambtelijke organisatie (art. 160); instellingsbesluit bedrijf/tak van dienst (art. 198): verordening organisatie van administratie (art. 214); verordening controle op administratie (art. 215). Gelet op al deze functies dient de organisatieverordening te worden vastgesteld door de raad en ter kennis te worden gebracht van gedeputeerde staten. Voor wat betreft de ambtelijke organisatie zijn zoveel mogelijk gemeenschappelijke aspecten geregeld en wel zoveel mogelijk op uniforme wijze. Per dienst/bedrijf kan behoefte bestaan aan aanvullende/afwijkende specifieke regeling op onderdelen. Hierin is in hoofdstuk 3 paragraaf 6 voorzien. Als uitgangssituatie is gehanteerd de huidige structuur en werkwijze. Deze is echter bijgesteld aan de hand van nieuwe ontwikkelingen. Daarbij ging het om reeds vastgestelde of uitgesproken vernieuwingen, zoals: het project resultaatsturing, de nieuwe Gemeentewet, de nota bijsturen, de nota schering en inslag, - de nota licht op schering en inslag, het uitvoeringsplan licht op schering en inslag, de notitie inzake de uitwerking van de nota licht op schering en inslag - de managementfilosofie en het bedrijfsvoeringsmodel e.d. en deels om vernieuwingen die bij het opstellen gewenst leken. Verder is rekening gehouden met komende toekomstige ontwikkelingen, zoals: - reorganisatie van de sector cultuur; Burgemeester en wethouders hebben hierover op 17-2-93 een tweetal notities vastgesteld (één over de bestuurlijke aspecten en één over een beleids- en middelenondersteunend bureau). De commissie Cultuur heeft hier op 1-4-93 mee ingestemd. regionalisatie politie per 1-1-1994. De regionalisatie van de milieuzorg is nog lopende. Zodra hierover besluitvorming plaatsvindt (in 1994) kan deze worden verwerkt in de organisatieverordening. In verband hiermee heeft in de organisatieverordening de afgeslankte Milieudienst nog een voorlopige plaats gekregen. De milieutaken zullen voor een deel worden overgedragen aan de dienst Stadsbeheer en de dienst Ruimtelijke ordening en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 1389