blad 2 economische zaken. 2Onderdelen 1.4 Gelet op de bijzonder "eigen" plaats, regeling en rechtspositie van de scholen voor openbaar onderwijs in het gemeentelijk bestel, bevat deze verordening ter zake geen bepalingen. Bovendien zijn hiervoor afzonderlijke "statuten" in voorbereiding. De enige uitzondering hierop ligt op financieel-administratief vlak. De scholen behoren in dat opzicht tot de "tak van dienst" dienst SAW. De inkomsten en uitgaven voor deze scholen zijn dus terug te vinden in de begroting en rekening van de dienst SAW. 2.16 Bij het als derde vermelde motief om bestuurscommissies in te stellen (functie-scheiding) kan met name worden gedacht aan het terrein van het onderwijs, waar de gemeente "twee petten" heeft, namelijk verzorger van openbaar onderwijs en bekostiger van bijzonder onderwijs. 2.21 De eerstgenoemde functie van raadscommissies (vroegtijdige betrokkenheid bij beleidsvorming) is thans nog niet altijd en overal zo expliciet ingeburgerd. Niettemin is deze functie cruciaal om de rol van de raad te versterken. In de verwachting, dat dat besef groeiende is, is zij als functie vooropgesteld. 2.26 Dit uitgangspunt (vereiste woonachtigheid in Breda voor commissieleden) is reeds eerder door het college vastgesteld en is al in enkele gevallen in reglementen e.d. verwerkt en/of anderzins toegepast. 3.6 Eén van de hier vermelde taak van de secretaris (en dus bestuursdienst), namelijk ondersteuning van diensten, is gedurende het reorganisatieproces van de afgelopen jaren steeds gehandhaafd. Het is dan ook in "Schering en inslag" en latere rapporten meegenomen. Deze taak mag niet worden gezien als een inbreuk op het beginsel, dat diensten zoveel mogelijk zelfstandig dienen te functioneren. Integendeel: ondersteuning vanuit bepaalde vakgebieden waarin om efficiency-redenen of anderszins niet door diensten zelf kan worden voorzien, zal die zelfstandigheid alleen maar mogelijk maken. 3.10/ De bevoegdheid van de secretaris om inlichtingen te vragen 3.11 en aanwijzingen te geven aan alle medewerkers van alle diensten is geïntroduceerd in de nota schering en inslag. De bevoegdheid om aanwijzingen te geven is beperkt tot de taak van de secretaris ten aanzien van de algemene ondersteuning van het bestuur. Het is gewenst, dat de gedachtenvorming over doel, wijze van toepassing en voorwaarden wordt voortgezet. Het ligt voor de hand, dat het gewenst is dat de secretaris bij de uitoefening van deze bevoegdheid zoveel mogelijk gebruik maakt van bestaande hiërarchische lijnen. 3.14 De begrenzing van de werkterreinen van de diverse diensten is op hoofdlijnen aangeduid in de bijlage 1 "doel en taken van diensten als organisatorische eenheden op hoofdlijn". Deze hoofdlijnen zal de raad met vaststelling van de verordening tevens vaststellen. Er kan behoefte bestaan aan nadere detaillering van de grenzen door het college. Voor wat betreft de diensten RO/EZ en Stadsbeheer heeft dat al eerder plaatsgevonden. 3.23 De voorafgaande bepalingen bevatten een uniforme regeling voor tal van aspecten van het beheer van alle diensten. Daarnaast kan - per dienst - behoefte bestaan aan een afwijkende of aanvullende regeling van een of enkele beheersapsecten. Hierin voorziet deze paragraaf. De in artikel 3.23 vermelde aspecten vloeien met name voort uit de Brandweerwet 1985 welke voorschrijft, dat het personeel wordt benoemd door burgemeester en wethouders en welke ook voorschrijft, dat de raad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 1390