Gemeente Breda
Ons kenmerk
Paginanummer
5
bedrijventerrein in de Haagse Beemden. Het belang voor de werkgelegen
heid in de regio van voldoende bedrijventerreinen in Breda zelf blijkt
nadrukkelijk uit het feit dat in de periode 1988 - 1992 94,3% van de
arbeidsplaatsen als gevolg van buitenlandse investeringen in de cen
trumstad Breda is terecht gekomen.
4. Sociaal-maatschappelijke samenhang
Op de sociaal maatschappelijke samenhang tussen Prinsenbeek en Breda
is de commissie Schampers uitgebreid ingegaan. De argumentatie van de
commissie Schampers is opgenomen in bijlage A van uw herindelingsplan
(blz. 4 e.v.). Ook op de consequenties van die samenhang - bij het
voortbestaan van een zelfstandige gemeente Prinsenbeek - gaat het ad
vies van de commissie Schampers uitgebreid in. De commissie Schampers
wijst daarbij op de afnemende democratische legitimatie van het be
stuur in de stedelijke gebieden met de daarbij behorende financiële
verantwoordelijkheid, het draagvlak voor de centrumvoorzieningen en
een evenwichtige bevolkingsopbouw. Tijdens het open overleg is er
voorts van de zijde van de gemeente Breda op gewezen, dat met het
draagvlak van de centrale stedelijke voorzieningen niet alleen gedoeld
wordt op de potentiële financiële bijdrage van de inwoners van de
randgemeenten, maar dat hieronder tevens moeten worden begrepen de
bijdragen aan het sociale en culturele leven in de stad Breda. Het is
teleurstellend - zoals wij ook in onze brief van 23 april constateer
den - dat uw college aan deze aspecten voorbijgaat.
III. Onlogisch grensbeloop
In onze reactie op de voorlopige voorstellen van uw college (onze
brief van 23 april 1993) en op de behandeling daarvan in de commissie
bestuurlijke organisatie van Provinciale Staten (onze brief van 6 mei
1993) hebben wij gewezen op het grensbeloop tussen Prinsenbeek en
Breda, de "neus" van Prinsenbeek. In het kader van het provinciale
herindelingsbeleid hebben wij dit reeds getypeerd als een schoolvoor
beeld van een onlogisch grensbeloop. In de huidige voorstellen van uw
college wordt dit onlogisch grensbeloop nog geaccentueerd door het
slechts gedeeltelijk verleggen van de grens tussen Breda en Prinsen
beek naar de westzijde van de A-16. Het is ons niet duidelijk hoe u
dit voorstel - waardoor alsnog een stukje van ca 1200 m lengte van de
A-16 op het grondgebied van Prinsenbeek blijft (was ca 5500 m) - kunt
rijmen met uw eigen betoog ten aanzien van een logisch en herkenbaar
grensbeloop en het beheer van belangrijke wegen onder de bestuurszorg
van zo min mogelijk gemeenten.
In dit verband achten wij het eveneens onlogisch, dat uw college de
grens tussen de nieuwe gemeente Breda en Oosterhout op het gebied van
de huidige gemeente Teteringen legt aan de west-zijde van de A-27. Ons
inziens zou de grens daar aan de oost-zijde van de A-27 moeten worden
getrokken.