RAADSVOORSTEL vervolg /238
MOTIVERING/TOELICHTING
1. Hoofdlijnen van de ontwerp regiovisie
De ontwerp regio visie beoogt een beeld te geven van de gewenste
ruimtelijke ontwikkeling in de stadsregio, in het bijzoder die tot 2005
en hanteert daarbij een aantal uitgangspunten die zijn vastgelegd in
het streekplan Noord-Brabant. Het gaat hier in het bijzonder om de
ecologische hoofdstructuur, het centraal stedelijk gebied en de ver
wachte toename aan woningen en bedrijventerreinen. Bovendien is spe
cifiek aangegeven dat rekening moet worden gehouden met de tuinbouw,
met extra economische groei, met landinrichtingsprojecten en met de
resultaten van de plannen van de vervoerregio.
Ten behoeve van de ontwerp-regiovisie is een inventarisatie en een
analyse gemaakt van ontwikkelingen, randvoorwaarden en beperkingen, die
van belang zijn voor de ruimtelijk regionale ontwikkeling. Genoemd
worden in dit verband: bovenregionale economische structuur, stedelijke
ontwikkeling, ecologie, milieu, landschap, verkeer en vervoer en
agrarische bedrijvigheid.
Op basis van deze inventarisatie zijn de ruimtelijke ontwikkelingsmoge
lijkheden in de stadsregio aangegeven op z.g. ruimte-zoekkaarten.
Binnen de ruimtelijke mogelijkheden die in de stadsregio uit de ruimte-
zoekkaarten naar voren komen ("ruimtelijke hoofdstructuur stadsregiona-
le ontwikkeling) heeft de stuurgroep haar prioriteiten aangegeven voor
de stedelijke ontwikkeling tot 2005. Een en ander is aangegeven op de
kaart "ruimtelijke hoofdstructuur tot 2005".
2. De voorgestelde ontwikkeling tot 2005
Het voorstel voor de ontwikkelingen tot 2005 van de stuurgroep kan als
volgt worden samengevat. Uitgegaan is van de in het streekplan aangege
ven behoefte aan ruimte voor woningbouw en bedrijventerreinen.
Die behoefte werd - boven de restcapaciteit van bestaande plannen -
geraamd op 10.500 woningen en 60 tot 200 ha bedrijventerrein.
Bij het bepalen van de behoefte aan woningbouwlocaties is geen rekening
gehouden met het Trendrapport van het ministerie van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieu, dat juist voor de periode tot 2005 op
een veel grotere behoeften aan ruimte wijst.
De stuurgroep heeft voorgesteld de volgende gebieden (zie ook tekening
"ruimtelijke hoofdstructuur tot 2005") te ontwikkelen (zie volgende
blz