- 4 - RAADSVOORSTEL vervolg 238 het gebied "De Rith" buiten de stedelijke ontwikkeling moet worden gehouden. c. Bij het bepalen van het standpunt van de stuurgroep over de plannen tot 2005 heeft Breda verklaard dat dit deel van het plan de belangen van Breda onvoldoende behartigt, dat het plan onvoldoende woningen bij Breda bevat, met name op de lokaties Teteringen en Bavel, en geen inhoud geeft aan de funktie van Breda als stedelijk knooppunt. d. Het standpunt van Breda in januari 1993, naar aanleiding van de presentatie van de ontwerp-regiovisie, in hoofdzaak inhoudende: - dat voorbij wordt gegaan aan het (rijks) beleid dat beoogt de po sitie van de centrale stad te versterken; dat geen rekening wordt gehouden met de laatste landelijke progno ses voor de woningbehoefte; dat de groeimogelijkheden direct aansluitend bij Breda meer moeten worden benut, met name door vergroting van de woningbouwlokaties bij Teteringen en Bavel, op grond van het beleid voor verstedelij king, de mobiliteit, de voorzieningen en de funktie als stedelijk knooppunt dat vóór 2005 rekening moet worden gehouden met ontwikkeling van bedrijventerreinen aan weerszijden van de A-16, d.w.z. zowel in de Haagse Beemden als ten noorden van de kern Prinsenbeek met een nieuwe aansluiting op de A-16. e. Tegen de achtergrond van de Bredase behoefte aan woningbouwlocaties moet bovendien de woningbouwlocatie ten noorden van de kern van Prinsenbeek aanzienlijk worden uitgebreid. f. Het gemeentebestuur heeft op 28 mei 1993 direct na de stuurgroepverga dering aan Gedeputeerde Staten bericht het te betreuren, dat de namens ons college aangedragen voorstellen ter zijde zijn gelegd. Breda, noch de regio, is gebaat bij een situatie waarbij omwille van een bestuur lijk compromis, de ontwikkeling van de centrumstad, als motor van de regio, op het spel wordt gezet door haar toekomstige stedelijke en economische ontwikkelingen op een wijze te beknotten, die niet past bij de status van stedelijk knooppunt. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben op 22 juni na overleg met het college van Breda laten weten dat: "bij het opstellen van het uitwerkingsplan voor de regiovisie onder andere ook betrokken worden het recent uitgebrachte trendrapport en specifieke aspecten, die mogelijk in de regiovisie onvoldoende aandacht hebben gekregen (mobiliteit, landbouw, uitvoeringsaspecten en dergelij ke en "dat - zoals met de minister van VROM is overeengekomen - de provincie de Vinex-uitwerkingen van de stadsregio's Breda, Tilburg en 's-Herto- genbosch waar nodig aanvullende zal afstemmen op provinciaal beleid, in overleg met de portefeuillehouders Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting van de betrokken gemeenten g. Breda heeft in een aantal reacties, het meest recent in een brief van de vijf grote steden in Noord-Brabant van 3 september 1993 naar aan leiding van het Trendrapport, te kennen gegeven dat de provincie haar beleid onvoldoende in overeenstemming brengt met het rijksbeleid inzake

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 1433