RAADSVOORSTEL vervolg 245
Stichting Leerwerkplaatsen. Voorts zou een betere beleidsmatige en program
matische afstemming met de Basiseducatie en het Centrum Vakopleiding
gerealiseerd moeten worden. In zijn vergadering van 9 december 1992 heeft
het R.B.A. Breda met deze uitgangspunten ingestemd.
Op basis van deze uitgangspunten is in overleg met het R.B.A.-Breda
besloten een proces in gang te zetten dat erop gericht was om 1 januari
1994 te komen tot integratie van het voorzieningenaanbod van het C.B.B. en
de Stichting Leerwerkplaatsen binnen één scholingsinstituut. Besloten is
hiervoor externe deskundigheid in te schakelen. Ter uitvoering hiervan is
op 1 juni 1993 aan het adviesbureau Van de Geijn Partners B.V. de opdracht
verleend deze operatie uit te voeren. Op de wijze waarop deze opdracht door
Van de Geijn Partners B.V. tot nu toe is uitgevoerd wordt hierna ingegaan.
2Plan van aanpak
In de maand juni zijn allereerst oriënterende gesprekken gevoerd met de
beleidsverantwoordelijken, het bestuur van de Stichting Leerwerkplaatsen,
projectleiders en personeel van beide instellingen, met vertegenwoordigers
van organisaties en instellingen die een nauwe relatie met het C.B.B. en de
Stichting Leerwerkplaatsen onderhouden en met zowel ambtelijke als be
stuurlijke vertegenwoordigers van het R.B.A. in de regio Breda en de regio
Westelijk Noord-Brabant.
Aan de hand van deze gesprekken en bestudering van relevante (beleidsstuk
ken is het Plan van aanpak opgesteld waarin een voorlopige en globale
analyse is gegeven van de situatie waarin beide organisaties zich bevinden.
Verder is -in de vorm van oplossingsrichtingen- een aantal uitgangspunten
voor organisatorische en programmatische invulling van de nieuwe organi
satie geformuleerd.
Voorts bevat het Plan van aanpak een tijdsplanning waarbinnen een aantal
"produkten" tot stand moet komen, teneinde op 1 januari 1994 met de nieuwe
organisatie te kunnen starten. De belangrijkste produkten zijn het Beleids
plan en het Organisatieplan.
Bij de uitvoering deze opdracht is de projectleider van Van de Geijn
Partners bijgestaan door een projectgroep en een begeleidingscommissie. In
de projectgroep hebben de projectleiders van het C.B.B. en de Stichting
Leerwerkplaatsen zitting. De projectgroep heeft tot taak de inhoud, de
procedure en de voortgang van het proces te bewaken. De begeleidingscom
missie adviseert de gemeente en de R.B.A.'s over de inhoud van de produkten
en bewaakt de voortgang, mede met het oog op de belangen van (het personeel
van) beide instellingen. Hierin hebben de volgende personen zitting.
- M.A.M. van Boxmeer - waarnemend directeur van de dienst Economi
sche Zaken en Werkgelegenheid, namens de
opdrachtgever;
- J.G.P.M. Ingenbleek - regionaal directeur arbeidsvoorziening Breda,
namens de opdrachtgever;
- M.A. Poulus - regionaal directeur arbeidsvoorziening Weste
lijk Noord-Brabant;
- A. Emmen - staffunctionaris Ontwikkeling van de GSD/SAW
namens het C.B.B.;
- A. Megens - voorzitter bestuur Stichting Leerwerkplaatsen
Breda.
De heer G.C. Kaper, projectleider van Van de Geijn Partners B.V. neemt als
adviseur deel aan de begeleidingscommissie.