gemeente Breda
RAADSVOORSTEL
Registratie nr
Dienst/afdeling
Bijlage
1993 248
936801649
SECR/P
2
BETREFT WIJZIGING UITKERINGS- EN PENSIOENVERORDENING WETHOUDERS 1971
INLEIDING
Op grond van de Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers (APPA) is de
raad bevoegd, binnen de in de wet aangegeven grenzen, de uitkeringen en
pensioenen voor gewezen wethouders te regelen. Door de Vereniging voor
Nederlandse Gemeenten (VNG) is een modelverordening vastgesteld. Uw raad
heeft de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders 1971 (gemeenteblad
1358, rubriek I - 526), vastgesteld overeenkomstig het model, waarbij de
overgangsbepalingen werden opgenomen voor zover die in de Bredase situatie
van belang zijn.
VOORSTEL
De uitkerings- en pensioenverordening wethouders 1971 vaststellen overeen
komstig de bij het besluit gevoegde bijlage
MOTIVERING
Bij circulaires van de VNG van 1 augustus 1990, 26 maart 1991 en 28 juni
1993 zijn de vijfde en zesde wijziging van de modelverordneing toegezon
den. Daar de wijzigingen van de verordening en de bij de wijzigingen
behorende overgangsbepalingen de leesbaarheid niet ten goede komen, heeft
de VNG in de loop van 1992 een nieuwe doorlopende tekst uitgegeven.
Overnemen van de vijfde en zesde wijziging resulteert, behoudens de
overgangsbepalingen, in de nieuwe tekst van de VNG
Daarom is gekozen voor vaststellen van de nieuwe doorlopende tekst waarin
de genoemde wijzigingen zijn verwerkt. De overgangsbepalingen zijn opgeno
men voor zover deze in de Bredase situatie van belang zijn voor de toege
kende of nog toe te kennen uitkeringen en pensioenen. In de nieuwe doorlo
pende tekst is de bij circulaire van de VNG van 28 juni 1993 toegezonden
zevende wijziging opgenomen.
De belangrijkste wijzigingen t.o.v. de tot nu toe geldende verordening zijn
de volgende.
De vijfde wijziging heeft betrekking op:
- verlagen van de meerderjarigheid naar 18 jaar en de in verband daarmee
noodzakelijke aanpassing van de artikelen betreffende het wezenpensioen;
- afschaffen van de overname van de premie AOW door de werkgever;
- wijzigingen in de AOW op grond van de wet gelijke behandeling.
De zesde wijziging heeft betrekking op aanpassing van de regeling aan
wijzigingen in de algemene burgerlijke pensioenwet:
- invoeren van het franchisesysteem, in plaats van inbouw van de AOW;
- afstemmen op de regeling van deeltijd in genoemde wet;
- invoeren van de minimumleeftijd van 25 jaar voor de voor ouderdoms
pensioen meetellende diensttijd.
De invoering van het franchisesysteem geschiedt met terugwerkende kracht
naar 1 januari 1986. Met toepassing van het franchisesysteem is de opbouw
van het pensioen voor ieder wethoudersjaar, afgezien van de dubbeltelling
gedurende de eerste 4 wethoudersjaren, f 0,60 per maand lager. Het in
verband met de wijziging met terugwerkende kracht te veel betaald pensioen
zal niet worden teruggevorderd.