in financieel opzicht, een toets plaatsvindt op de gevolgen voor de mensen met een minimuminkomen. Het vergroten van de mogelijkheden voor mensen met een minimumuitkering is van groot belang. Het niet meer aangewezen zijn op een bijstandsuitkering betekent voor veel mensen veel, terwijl hun financiƫle positie vaak behoorlijk verbetert. De aandacht voor - in termen van de bijstandspraktijk - "uitstroom" vraagt om stimulering in elk individueel geval van scholing en arbeidsinschakeling. Met name in de uitvoering van de Algemene Bijstandswet kan op gemeentelijk niveau hieraan verstrekte aandacht worden besteed. In het kader van de zelfstandige bestaansvoorziening past ook de schuldhulpverlening in die zin, dat het oplossen van schuldsituaties in veel gevallen de basis kan leggen voor verdere stimulering in de richting van scholing en arbeid. Juist in schuldsituaties, die zwaar op de betrokkene(n) drukken, is het gevaar aanwezig dat het maatschappelijk functioneren ernstig wordt verstoord. 3.2. Het te voeren minimabeleid in 1993 3.2.1 Uitgaande van hetgeen is weergegeven in 3.1. komt ons college tot het voorstel om voor 1993 de reeds bestaande aspecten van het minimabeleid te handhaven. Het gaat daarbij derhalve om handhaving van: a. het doorstromingsfonds; b. de schuldhulpverlening; c. de bereikbaarheid van 40 uur van de Open Balie; d. de huidige voorlichting. De onder b tot en met c genoemde aspecten verdragen zich uitstekend met hetgeen in 3.1. is verwoord ten aanzien van een te voeren minimabeleid. Ten aanzien van het doorstromingsfonds is ons college van oordeel, dat deze regeling gehandhaafd dient te worden. Het gaat daarbij om mensen, die een woning verlaten, die vrij komt voor andere burgers, die daardoor in een verbeterde woonsituatie terecht komen. In dit verband zij erop gewezen, dat in 1993 naar verwachting 98 steunpunt woningen zullen worden opgeleverd zodat het beroep op de regeling zal toenemen. Verwacht mag worden op basis van de cijfers over 1991, dat het beschikbara budget van 150.000,- voldoende is. Dit bedrag is dan ook in de begroting 1993 opgenomen. Zoals uit het eerste deel van deze nota reeds is aangegeven is de schuldhulpverlening al jaren een belangrijk onderdeel van het minimabeleid. In toenemende mate bestaat voor schuldhulpverlening ook landelijk aandacht. Deze vorm van hulpverlening wordt ook op nationaal beleidsniveau van groot belang geacht. In dit verband kan gewezen worden op de aanvullende rol van de Algemene Bijstandswet in individuele gevallen. Deze rol zal ook in de toekomt - in de heringerichte Algemene Bijstandswet - worden gehanhdhaafd. Wij menen dan ook dat de Bredase schuldhulpverlening een adequaat en belangrijk instrument is in het Bredase minimabeleid, dat naar onze stellige overtuiging gehandhaafd dient te blijven. 8 Stimulering naar zelfstandige bestaansvoorziening Doorstromingsfonds Schuldhulpverlening Voorlichting en Open Balie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 150