- 6 - RAADSVOORSTEL vervolg 252 oorspronkelijk plan hangt samen met het besluit dat de gemeenteraad hieromtrent moet nemen, voorgesteld wordt om duidelijkheidshalve de tekst van de planvoorschriften, zoals die luidt na het van kracht worden van deze herziening als bijlage in het herzieningsplan op te nemen. 4. De reclamanten zijn van oordeel, dat de Kroon geen inhoudelijke toets heeft gedaan van de aanvaardbaarheid van de vestiging van categorie-IV- en onordelijke bedrijven op dit bedrijventerrein. Zij trachten dit te staven door uit het Koninklijk Besluit te citeren de samenvatting van dat onderdeel van hun beroep en de uiteindelijke conclusie van de Kroon, dat dat beroepsonderdeel gegrond is. De uitgebreide motivering van de Kroon, waarin duidelijk wordt, dat wel kan worden ingestemd met de vrijstellingsbevoegdheid, maar dat deze "...onvoldoende criteria bevat voor de toepassing daarvan..." en dat "...op generlei wijze de term "onordelijke bedrijven" (is) gedefinieerd.", wordt ten onrechte uit het citaat weggelaten. Wij blijven van mening, dat de Kroon inhoudelijk heeft ingestemd met de vrijstellingsbevoegdheid ten behoeve van de vestiging van categorie-IV- en onordelijke bedrijven (deze laatste mits duidelijk omschreven), maar dat de betreffende vrijstellingsbevoegdheid aanvulling behoeft met de bepaling, dat in alle gevallen een advies wordt gevraagd van de Inspecteur van de Volksgezondheid en de Milieuhygiëne. Een dergelijke bepaling is in het oorspronkelijke bestemmingsplan Achter Emer echter reeds opgenomen in 3-1, lid 3, onder b., zodat deze herziening daarin niet opnieuw behoeft te voorzien. Een varianten/alternatievenonderzoek als door de reclamanten geëist is daarom niet aan de orde. 5. Uit een inventarisatie van te verplaatsen bedrijven is inmiddels gebleken, dat een oppervlakte van 1,3 ha onvoldoende is om tegemoet te kunnen komen aan de behoefte van afvalverwerkende bedrijven, die elders uit de stad moeten worden verplaatst. De in het oorspronkelijke bestemmingsplan opgenomen limiet is daarom verlaten. De toelating van dergelijke bedrijven is fysiek beperkt tot het gebied ten noorden van de op de plankaart aangegeven zone groenvoorzieningen. Een differentiatie van de bedrijfsgrootte naar de milieucategorie is ongewenst, zulks in verband met de grote verscheidenheid aan mogelijke bedrijven die op het bedrijventerrein Achter Emer zouden kunnen worden ondergebracht. Bovendien is het onnodig omdat, daar waar de grootte van een bedrijf van invloed is op de milieucategorie, dit door middel van de Staat van bedrijven c.q. inrichtingen uit het bestemmingsplan wordt beheerst 6. In het plangebied zijn geen bestaande woningen aanwezig. Wel zijn er woningen aan de rand gelegen aan Achter Emer en aan de Rietdijk. Zoals reeds ten aanzien van de desbetreffende inspraakreactie is opgemerkt, is de zone rondom het bedrijventerrein de Krogten door Gedeputeerde Staten zodanig vastgesteld, dat de bestaande woningen langs Achter Emer, die het dichtst bij het industrieterrein de Krogten zijn gelegen, geen grotere geluidbelasting van dat industrieterrein zullen ondervin den dan 55 dB(A). Deze waarde is voor bestaande woningen op grond van de Wet Geluidhinder acceptabel en vormt geen reden om tot sanering over te gaan. 7. Het bestemmingsplan Haagse Beemden, waarheen de reclamanten verwijzen, verkeert in het stadium van inspraak en overleg met provinciale, rijks- en andere betrokken diensten en instanties. Het is volstrekt niet zeker of de bestemmingen, waarheen wordt verwezen in het definitieve, door de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 1523