- 2 -
RAADSVOORSTEL vervolg 258
Tegelijkertijd is er de noodzaak milieu bij voor Breda richting gevende
ontwikkelingen (binnenstad, Breda 2000, uitwerking knooppuntstatus) mee te
wegen. Het uitvoeringsprogramma is belangrijk, noodzakelijk en draagt bij
aan de realisatie van de doelen, maar de werkelijke milieuwinst wordt in
hoge mate aangestuurd door de grote, richtinggevende ontwikkelingen van
Breda. Het voorstel is dan ook in 1994 met een nieuwe activiteit "Duurzame
Stadsontwikkeling Breda" te starten en de uitdaging aan te gaan antwoord
te geven op de vraag hoe en in welke mate milieu medebepalend moet zijn
voor de grote ontwikkelingen in Breda. Voorgesteld wordt de komende tijd
hier handen en voeten aan te geven en er bij de evaluatie in april 1994 op
terug te komen. Het project is nu nog niet in de projectenlijst opgenomen.
Met de daarvoor huidige beschikbare capaciteit biedt dit uitvoeringspro-
gramma-G.M.P. ook nu weer voldoende mogelijkheden de zorg voor het milieu
in Breda verder uit te dragen.
2. Verdeling beschikbare middelen
Bij de vaststelling van het Uitvoeringsprogramma G.M.P. 1992 heeft uw raad
besloten om de middelen, die voor uitvoering van het lokale milieubeleid
ingevolge het N.M.P.+, van rijkswege beschikbaar zijn gesteld, toe te
voegen aan een aparte stelpost G.M.P. Tevens werd besloten een reserve
G.M.P. in het leven te roepen, door middel waarvan de middelen, die in het
kader van het uitvoeringsprogramma incidenteel vrijvallen, voor uitvoering
van milieutaken kunnen worden veilig gesteld. Verder is de afspraak gemaakt
dat de verdeling van de middelen uit de reserve/stelpost G.M.P. over de
activiteiten in het uitvoeringsprogramma jaarlijks bij de begrotingsbehan
deling aan uw raad zal worden voorgelegd.
De balans voor het uitvoeringsprogramma 1994, exclusief de verdeling van de
middelen over de activiteiten, die in dit voorstel aan de orde komt, is
voor de begrotingsbehandeling opgemaakt. Daarbij moet enig voorbehoud
worden gemaakt, omdat nog niet vaststaat hoe het jaar 1993 financieel zal
worden afgesloten. Vooralsnog wordt rekening gehouden met een overschot van
20.000,--, hetgeen wordt toebedeeld aan de projecten Zuidelijk stroomge
bied Mark en Natuurmonumenten.
Een aanmerkelijk beslag op de G.M.P-middelen wordt gelegd vanuit de
preprioriteiten 1991. In het raadsvoorstel met betrekking tot het uitvoe
ringsprogramma 1993 is reeds aangegeven dat alleen al voor de zogenaamde
basistaken uit het N.M.P. in 1994 648.000,-- (prijspijl 1994) nodig is.
In de begroting 1994 is rekening gehouden met zowel de inzet van
218.800,-- uit de G.M.P.-stelpost als de inzet van middelen van de actie
schoon Breda tot een bedrag van 141.200,-- ten behoeve van de uitvoering
van de basistaken uit het N.M.P. Ook is de extra budgetbijstelling in
verband met verwachte hogere legesopbrengst, ad 133.000,--, als gevolg
van intensivering van de vergunningverlening hiervoor ingezet.
Resteert nog een benodigde extra inzet van 154.700,-- voor de uitvoering
van de basistaken. Daarnaast is voor de uitvoering van de G.M.P-projecten
projectondersteuning nodig van 53.000,--. Daartoe heeft een bijstelling
plaatsgevonden uit de reguliere algemene middelen tot een bedrag van
208 .000, --