3 -
RAADSVOORSTEL vervolg 259
De geconstateerde verontreinigingen zijn toe te schrijven aan de verf,
glas- en vernisfabrieken (incluis brandstoffenopslag) en de naderhand op
het perceel gevestigde benzinebewaarplaats. Ingevolge jurisprudentie is
toerekening van de bodemverontreiniging bij verontreiniging van bedrijf
sterreinen eerst na 1-1-1975 mogelijk. Dat geldt tevens bij de inwerking
treding van de nieuwe saneringsregeling in de Wet Bodembescherming (per 1-
1-1994) ondanks de schrapping van het vereiste dat op het moment van de
bodemverontreiniging jegens de overheid onrechtmatig is gehandeld. Een
element voor het aannemen van onrechtmatigheid/schuld bij de veroorzakers
(zo deze al te achterhalen zijn) ontbreekt namelijk, te weten dat zij in
deze periode (1923 tot en met 1972) geen rekening behoefden te houden met
het feit dat de overheid zich het bodemsaneringsbelang zou gaan aantrekken.
Kostenverhaal van de door het rijk en de gemeente Breda binnen het kader
van de Interimwet Bodemsanering te maken kosten, zal ons inziens juridisch
niet mogelijk zijn.
Bovenvermeld nader bodemonderzoek strekt zich niet uit tot de metaalslakken
en de cokes. Deze stoffen komen in een groot deel van de wijk Tuinzigt
(waaronder onderhavig perceel) voor. Om verantwoorde besluiten te kunnen
nemen aangaande het al dan niet saneren, het gedeeltelijk saneren of tref
fen van andere maatregelen voor deze slakken en cokes met het oog op met
name de gezondheidsrisico's, is er een BIO- (Bijzonder Inventariserend
Onderzoek) slakken in het kader van de Interimwet Bodemsanering uitgevoerd.
Over de resultaten en conclusies voor de wijk Tuinzigt (impliciet het
perceel Tramsingel 88) wordt binnenkort door de Milieudienst Breda gerap
porteerd.
CONSEQUENTIES
Financieel, kosten van nader bodemonderzoek: 100.000,--.
INSPRAAK
N.V.T.
ADVIESRADEN
N.V.T.
COMMISSIEVERGADERING
De commissies Milieu en Energie en Financiƫn, Control en Grond
bedrijf kunnen zich met dit voorstel verenigen.