RAADSBESLUIT vervolg 267 Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief De belasting bedraagt per jaar 360,= per perceel. Artikel 5 Tijdstip ontstaan en beëindiging van de belastingschuld, wijze van heffen en tijdstip van betaling 1. De belastingschuld ontstaat bij de aanvang van het jaar, of zo dit later is bij de aanvang van de belastingplicht. 2. a. Indien de belastingplicht ontstaat in de loop van het jaar bedraagt de verschuldigde belasting zoveel twaalfde gedeelten als er in het jaar nog volle kalendermaanden overblijven na de aanvang van de belastingplicht; b. Indien de belastingplicht eindigt in de loop van het jaar bedraagt de verschuldigde belasting zoveel twaalfde gedeelten als er in het jaar volle kalendermaanden zijn verstreken. Een gedeelte van een kalendermaand wordt hierbij aangemerkt als een volle kalendermaand. 3. De belasting wordt geheven bij wijze van het vorderen van een bedrag. Het gevorderde bedrag wordt vermeld op een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Als kennisgeving wordt aangemerkt de nota betreffende de jaarlijkse eindafrekening van de N.V. Regionaal Distributiebedrijf P.N.E.M. Breda, district Breda. 4. In afwijking van het bepaalde in het derde lid kan de belasting bij wege van aanslag worden geheven voor zover: a. een perceel niet is voorzien van een afzonderlijke elektrici teitsmeter welke rechtstreeks is aangesloten op het elektrici teitsnet van de N.V. Regionaal Distributiebedrijf P.N.E.M. Breda, district Breda; b. een perceel is voorzien van een elektriciteitsmeter welke rechtstreeks is aangesloten op het elektriciteitsnet van de N.V. Regionaal Distributiebedrijf P.N.E.M. Breda, district Breda, doch niet op naam is gesteld van degene die het perceel feitelijk gebruikt. 5. De nota's als bedoeld in het derde lid moeten worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de nota 6De aanslagen als bedoeld in het vierde lid moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die, welke in de dagtekening van het aanslag biljet is vermeld en de tweede twee maanden later. Artikel 6 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden Burgemeester en wethouders kunnen één of meer gemeente-ambtenaren aanwij zen, die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en invordering van de heffing. Artikel 7 Nakoming van verplichtingen De verplichtingen, bedoeld in de artikelen 47, 50 en 51 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 61 van de Invorderingswet 1990 (stb. 221) gelden mede jegens de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren der gemeentelijke belastingen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 1606