- 4 -
RAADSVOORSTEL vervolg 35
Antwoord
De noodzaak voor een nieuwe schouwburg is in het antwoord op bezwaarschrift
1 al aangegeven.
De afweging en prioriteitenstelling inzake de verdeling van de gemeentelij
ke middelen hebben geen betrekking op dit bestemmingsplan.
Gezien het vorenstaande achten wij de bezwaren ongegrond.
4. A.C.M. v.d. Bergh, Sweelincklaan 1B, 4837 BA BREDA.
Bezwaar:
De bouw van de schouwburg gaat ten koste van andere goede culturele zaken
zoals muziekuitvoeringen, musea e.d. Met betrekking tot het gehele beleid
van Breda moet orde op zaken worden gesteld.
Antwoord
Deze bezwaren hebben geen betrekking op het onderhavige bestemmingsplan.
Gezien het vorenstaande achten wij de bezwaren ongegrond.
5. Drs. H.G.M. Nelissen, van Almondepad 13, 4818 RG BREDA
Bezwaar:
Het bezwaar is gericht tegen de fragmentarische aanpak, die geen recht doet
aan de noodzaak tot een samenhangende invulling van het betreffende
stadsdeel. Het bestemmingsplan zou een groter gebied tot onderwerp moeten
hebben.
Antwoord:
In het kader van de opstelling van het Structuurplan Binnenstad zijn
deelstudies gemaakt van diverse onderdelen van de binnenstad. Zoals in de
bestemmingsplantoelichting al is omschreven is ook het Chasséterrein
onderwerp geweest van een dergelijke ruimtelijk-stedebouwkundige studie.
Deze heeft geleid tot diverse randvoorwaarden voor de bouw van de schouw
burg, die een inpassing in het grotere geheel van het Chasséterrein moeten
waarborgen. Anderzijds is een omvangrijk gebouw als de schouwburg op zich
natuurlijk een element, waarmee bij de verdere invulling van het Chasséter
rein rekening moet worden gehouden. Omdat dit terrein nog voor het grootste
deel opnieuw moet worden ingericht zal dat laatste geen problemen opleve
ren.
Gezien het vorenstaande achten wij de bezwaren ongegrond.
6. Fam. Jansen-Gubbens, Gouddonk 15, 4824 DG BREDA.
Bezwaar:
a. De voor de bouw van de schouwburg benodigde 65 miljoen gulden kunnen
beter worden besteed aan de "stille armen" in de stad.