- 7 -
RAADSVOORSTEL vervolg
Daarbij zijn meestal de plaatskeuze van en de zonering rond hinder veroor
zakende inrichtingen van belang. De situering van de schouwburg is zodanig
gekozen, dat in de onmiddellijke omgeving nauwelijks of geen sprake is van
woonbebouwing. De dichtstbijzijnde woonbebouwing ligt op ongeveer 60 meter
afstand, terwijl op grond van de algemeen gehanteerde Staat van bedrijven
en inrichtingen, gebaseerd op de uitgave "Bedrijven en milieuzonering" van
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een maximale afstand van 30 meter
kan worden gehanteerd. In de nieuwe Woningwet is een coördinatieregeling
opgenomen waarin is bepaald dat de aanvraag voor de bouwvergunning en de
aanvraag voor een hinderwetvergunning gelijktijdig ingediend moeten worden.
Deze coördinatieregeling wordt echter pas van kracht als de nieuwe wet
Milieubeheer in werking is getreden. Naar verwachting zal dit geschieden
per 1 maart 1993, waardoor op dit moment de wettelijke regeling nog niet
van kracht is.
d. De oostelijke (zij)gevel van de schouwburg is gelegen op ongeveer 300
meter van de dichtsbijzijnde woningen aan de Wilhelminasingel. Nog afgezien
van de verdere toekomstige ontwikkelingen op het Chasséterrein die de
schouwburg grotendeels aan het oog zullen onttrekken, kunnen de zichthinder
en de aantasting van het woonmilieu over deze afstand slechts als nihil
worden aangemerkt.
e. Datzelfde geldt voor de geluidhinder van de in de schouwburg te organi
seren evenementen en het laad- en losterrein. In vergelijking met het
totale verkeer op de Wilhelminasingel zal de toename van het verkeer en de
daarmee samenhangende geluidhinder ten gevolge van een nieuwe schouwburg op
deze locatie minimaal zijn.
f. Zie onder e. Voor parkeeroverlast behoeft niet te worden gevreesd gezien
de grote parkeercapaciteit in de onmiddellijke omgeving van de schouwburg
en de grote loopafstand tot aan de Wilhelminasingel. Bovendien zal in het
Parkeerplan Binnenstad, onderdeel van de nog op te stellen Parkeernota,
terdege rekening worden gehouden met de parkeerbehoefte van de Stadsschouw
burg.
g. Dit bezwaar heeft geen betrekking op het onderhavige bestemmingsplan.
h. Aan de keuze voor de situering van de nieuwe schouwburg is een uitge
breide locatiestudie vooraf gegaan, waarin diverse alternatieven zijn
betrokken. De bestemmingsplantoelichting gaat daarop in. De beide genoemde
locaties vormen geen serieus alternatief.
i. Artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening biedt de mogelijkheid
tot het indienen van een verzoek om planschadevergoeding bij de gemeente
raad. Gezien de afstand tussen de huizen van de reclamanten en de bouwloca
tie van de schouwburg (ca 300 meter) mag vooralsnog verwacht worden dat van
planschade geen sprake zal zijn.
Gezien het vorenstaande achten wij de bezwaren ongegrond.
9. Stichting Actiecomité Belcrum, Oude Terheijdenseweg 5, 4815 CM BREDA.
Bezwaar:
a. Zie het bezwaar onder 5.
b. Het maken van postzegelbestemmingsplannen is in strijd met het gemeente
lijke, het provinciale en het landelijke beleid, dat gericht is op het
maken van integrale en flexibele bestemmingsplannen.
c. De maximale bebouwingshoogte is te hoog in vergelijking met
de omliggende bebouwing.