Veel gemeenten kennen bovendien voor het begrotingsjaar 1994 geen aparte
posten meer die de gemeentepolitie betreffen, omdat men van de redelijke
verwachting is uitgegaan dat de nieuwe rechtspersoon regio op grond van
de nieuwe Politiewet e.e.a. zou hebben overgenomen. Wij hebben in dit
verband ook inderdaad geconstateerd dat alle regio's doende zijn een
regionale begroting op te stellen (overeenkomstig de reeds in concept
aan de regio's toegezonden algemene maatregel van bestuur op basis van
artikel 45 van de nieuwe Politiewet). Op rijksniveau geldt dat nagenoeg
het gehele politiebudget met ingang van 1 januari 1994 op de begroting
van de Minister van Binnenlandse Zaken staat.
Onze brief van 7 december 1992 (PRP 92/U883) waarin wij de omlegging van
(grote delen van het materiƫle) beheer voor het jaar 1993 beschreven,
heeft daarenboven evenmin zijn uitwerking gemist. Niet alleen heeft de
eerste ondergetekende in vergaande mate het beheer over de Rijkspolitie
over gedragen aan de 25 regionale korpsbeheerders, maar ook is het
beheer van de gemeentepolitie in veel regio's reeds in meer of mindere
mate geconcentreerd bij diezelfde korpsbeheerder. Daarmee kan het beheer
van rijks- en gemeentepolitie zoveel mogelijk beleidsmatig op elkaar
worden afgestemd.
Wij concluderen dat ook via deze convenanten tot uitdrukking is gebracht
dat niets meer in feitelijke zin de werking van het nieuwe politiebestel
in de weg staat. Naar onze mening is thans de periode aangebroken dat
alle betrokkenen zich definitief moeten voorbereiden op de in werking-
treding van de nieuwe Politiewet in het begin van 1994. Het is daarbij
gewenst de periode vanaf 1 januari a.s. zo veel mogelijk te beschouwen
als de situatie als ware de Politiewet reeds van kracht. Met het oog op
de meest soepele -formele- overgang naar het nieuwe bestel is het
wenselijk dat uitgangspunt te hanteren. In dat licht zal eerste
ondergetekende zijn resterende bevoegdheden ten aanzien van het korps
Rijkspolitie overdragen aan de regionale korpsbeheerders. Daarnaast
achten wij het wenselijk dat ook de beheerders van gemeentelijke
politiekorpsen hun beheersbevoegdheden - voorzover zij dat niet reeds
met convenanten geldende voor 1993 hebben gedaan - overdragen aan de
regionale korpsbeheerders.
Zoals in 1993 zal ook nu het omleggen van het beheer volgens het hier
zojuist beschreven uitgangspunt plaats vinden via convenanten. Wij doen
een beroep op alle burgemeesters met gemeentepolitie en de regionale
korpsbeheerders om hieraan mee te werken. Hoewel formele regels en
bevoegdheden neergelegd in de Politiewet 1957 formeel van kracht blijven
tot de nieuwe Politiewet in werking treedt, is het essentieel dat in de
eerste maanden van 1994 zoveel als mogelijk wordt geanticipeerd op het
nieuwe bestel.
Het tot stand brengen van de convenanten en de uitvoering ervan zijn
hiertoe belangrijke instrumenten. Gelet op uw positie in het openbaar
bestuur en meer in het bijzonder in de oude en nieuwe Politiewet vervult
u hierin een vitale rol.
Gezien het verschil in beheersregiem is het wederom noodzakelijk dat bij
het verleggen van de beheersbevoegdheden en de daarbij behorende
financiƫle middelen bij rijks- en gemeentepolitie voor een afzonderlijke
convenant-vorm te kiezen.
- 2 -