3. Omlegging van het beheer van de gemeentelijke politiekorpsen
Zoals wij hiervoor al hebben aangegeven is het ook bij het beheer over
de gemeentelijke politiekorpsen van belang dat vanaf 1-1-'94 in alle
regio's reeds zo veel mogelijk wordt gehandeld als ware het nieuwe
politiebestel in werking.
Het name het in veel gemeenten ontbreken van een onderdeel politie in de
gemeentebegroting voor 1994 alsmede het feit dat het ministerie van
Binnenlandse Zaken al vanaf het begin van 1994 de bedragen voor de
uitgaven bestemd voor de politie geïntegreerd aan de 25 regio's en niet
aan de afzonderlijke 148 gemeentepolitiegemeenten uitkeert, maakt het
uiterst wenselijk dat het beheer over de politie nu samen komt te vallen
bij de korpsbeheerder van de regionale korpsen. Tenslotte wordt met de
omlegging van beheer en middelen voorkomen dat 1994 als een gebroken
boekjaar zou gelden.
Bovenstaande overwegingen geven ons aanleiding voor de maanden in 1994
dat de nieuwe Politiewet nog niet formeel in werking is getreden, als
pendant van de omlegging van het rijkspolitiebeheer ook de beheerders
van de gemeentepolitiekorpsen te vragen het beheer om te leggen. Het
gaat daarbij om alle taken en bevoegdheden die (o.a.) in artikel 1, 3, 4
en 5 van de huidige Politiewet worden genoemd: de leiding, de
organisatie en het beheer.
Daartoe dient deze brief en is als bijlage een model-convenant voor die
omlegging toegevoegd (hierin is ook een gedetailleerde opsomming van de
over te dragen taken en bevoegdheden neergelegd). Anders dan voor het
jaar 1993 gold, zal voor 1994 een grotere uniformiteit moeten gelden,
flij doen - gelet op het bovenstaande - hierbij op de burgemeesters van
gemeenten met gemeentepolitie een dringend beroep het (voor allen
identieke) convenant te tekenen.
In een aantal regio's betekent het ondertekenen van dit convenant het
doortrekken van de situatie die reeds in 1993 was gegroeid en dikwijls
ook met een convenant van deze strekking is bezegeld. Voor een aantal
andere regio's betekent het een verdere stap in de richting van het
nieuwe bestel dat aanstaande is. Het convenant dat wij thans voorleggen
behelst een binnen de grenzen van de huidige Politiewet (en enige andere
regelgeving) verleggen van taken en bevoegdheden van de burgemeesters
van gemeenten met gemeentepolitie naar de regiobeheerder. Ook hier geldt
dat het uitgangspunt dat in materiële zin zoveel mogelijk wordt
gehandeld als ware het nieuwe bestel reeds in werking. Voor een meer
gedetailleerde omschrijving van de te verleggen bevoegdheden verwijzen
wij naar de tekst en de toelichting van het bijgevoegde model-convenant.
Ten overvloede merken wij op dat het zojuist aangegeven uitgangspunt
uiteraard impliceert dat de burgemeesters (naast het openbaar
ministerie) het gezag over de politie behouden en dat de korpsbeheerder
zijn bevoegdheden zal moeten uitoefenen naar de geest van de nieuwe
Politiewet (zie bijvoorbeeld art. 35 lid 3 of 36).
- 5 -