Convenant over de overdracht van de beheerstaken en -bevoegdheden van
de burgemeesters van de gemeenten met gemeentepolitie in de
politieregio aan de beoogde korpsbeheerder
van deze regio
PARTIJEN:
1. De Minister van Binnenlandse Zaken, ten dezen vertegenwoordigd door
de directeur-generaal voor openbare orde en veiligheid;
2. De burgemeester van de gemeente
in zijn hoedanigheid van burgemeester, belast met de taak, bedoeld
in artikel 4 van de Wet tijdelijke voorzieningen reorganisatie
politiebestel (Stb. 1991, 674), hierna te noemen de beoogde
korpsbeheerder,
3. De burgemeesters van de gemeenten
hierna te noemen de burgemeesters,
OVERWEGENDE:
1. dat, vooruitlopend op de totstandkoming van een nieuwe Politiewet,
de Wet tijdelijke voorzieningen reorganisatie politiebestel tot
stand is gekomen,
2. dat in artikel 4 van de Wet tijdelijke voorzieningen reorganisatie
politiebestel de beoogde korpsbeheerder wordt opgedragen de
feitelijke integratie van de binnen een politieregio aanwezige
korpsen van gemeentepolitie en districten van het Korps Rijkspolitie
of onderdelen daarvan te bevorderen,
3. dat, gelet op het zeer vergevorderde stadium van de parlementaire
behandeling van de wetsvoorstellen voor de Politiewet en de
Invoeringswet Politiewet, de verwachting bestaat dat 4e nieuwe
Politiewet in het begin van 1994 in werking zal treden,
4. dat, gelet op de omstandigheid dat op 1 januari 1994 een nieuw
boekjaar begint, de behoefte bestaat om vanaf het begin van het
boekjaar 1994 in de praktijk zoveel mogelijk overeenkomstig de
nieuwe Politiewet te functioneren,
5. dat het met het oog op deze behoefte wenselijk is om, binnen de
grenzen van de huidige Politiewet, de Gemeentewet en de op deze
wetten berustende bepalingen en de gemeentelijke voorschriften, de
taken en bevoegdheden van de burgemeesters van de gemeenten in de
regio met gemeentepolitie met betrekking tot het beheer over te
dragen aan de beoogde korpsbeheerder,
KOMEN OVEREEN: