Artikel 1
1. De burgemeesters dragen de volgende taken en bevoegdheden aan de
beoogd korpsbeheerder over:
a. de taken, bedoeld in de artikelen 3 en 5, tweede lid, tweede
volzin, van de Politiewet;
b. de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 4, eerste lid, onder b,
en tweede lid, 5, tweede lid, eerste volzin, 8, eerste en tweede
lid, en 31, tweede lid, van de Politiewet;
c. de taken en bevoegdheden die zij op grond van de besluiten ter
uitvoering van de Politiewet op het terrein van het beheer hebben.
2. Het eerste lid is niet van toepassing met betrekking tot de taken en
bevoegdheden die verband houden met de verplichtingen van de
gemeente ten aanzien van personen met wie het actieve dienstverband
bij de gemeentepolitie niet meer bestaat.
Artikel 2
1. De Minister van Binnenlandse Zaken stelt in overeenstemming met de
Minister van Justitie zo spoedig mogelijk het aantal budget-
verdeeleenheden dat aan de regio voor 1994 wordt toegekend,
voorlopig vast.
2. De Minister van Binnenlandse Zaken stelt zo spoedig mogelijk het
normbedrag per budgetverdeeleenheid en de algemene bijdrage voor de
regio voor 1994 voorlopig vast.
3. De beoogde korpsbeheerder verstrekt voor 8 februari 1994 aan de
Minister van Binnenlandse Zaken het eerste beleidsplan, de begroting
van baten en lasten voor het lopende kalenderjaar en de daarbij
behorende meerjarenraming.
Artikel 3
1. De Minister van Binnenlandse Zaken kan aan de regio een bijzondere
bijdrage verlenen. Voor zover een bijzondere bijdrage betrekking
heeft op de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde dan wel op
de vervulling van taken ten dienste van de justitie, geschiedt dit
in overeenstemming met de Minister van Justitie.
2. Een bijzondere bijdrage kan onder voorwaarden worden ve,rleend.
Artikel 4
1. De Minister van Binnenlandse Zaken stort de rijksbijdragen op de
BNG-rekening van de politieregio.
2. De beoogde korpsbeheerder besteedt de rijksbijdragen aan het doel
waarvoor zij bestemd zijn.
3. De beoogde korpsbeheerder legt over de besteding van de rijks
bijdragen en overige baten over de periode van 1 januari 1994 tot
aan de datum van inwerkingtreding van de nieuwe Politiewet
verantwoording af tegelijk met het afleggen van verantwoording over
de besteding van de rijksbijdragen en overige baten over de rest van
1994.
4. De beoogde korpsbeheerder houdt vanaf 1 januari 1994 het
concept-Besluit comptabele regelgeving regionale politie als
leidraad voor de inrichting van het regionale comptabele bestel aan.