- 2 - - het geven van instemming voor de overgang van ambtenaren naar een ander gemeentelijk korps of naar het Korps rijkspolitie (art. 8, eerste en tweede lid, Politiewet); - het geven van instemming voor het belasten van ambtenaren van gemeentepolitie met het overbrengen van gevangenen en aangehouden, het betekenen van gerechtelijke stukken en met de dienst bij de gerechten (art. 31, tweede lid, Politiewet). 5. In artikel 1, onder c, wordt uitsluitend gedoeld op taken en bevoegdheden die op het terrein van het beheer liggen. Taken en bevoegdheden die aan de burgemeester als gezagsdrager toekomen, vallen hier derhalve buiten. Tegen de achtergrond hiervan gaat het in artikel 1, onder c, met name om taken en bevoegdheden die in besluiten op financieel, rechtspositioneel en organisatorisch terrein zijn opgenomen. 6. Het tweede lid van artikel 1 houdt verband met het feit dat het voormalige personeel niet naar de regio's zal overgaan. De kosten voor deze zgn. post-actieven zullen voor rekening blijven komen van de gemeenten als voormalige werkgevers. Het gaat hier om kosten voor vrijwillig vervroegd uittreden, functioneel leeftijdsontslag en wachtgeld. De gemeenten zullen hiervoor een vergoeding krijgen (zie afdeling 1, hoofdstuk 2, artikel 4, van het wetsvoorstel van de Invoeringswet Politiewet 19.. en Kamerstukken II 1992/93, 23 088, nr. 5, blz. 8). 7. De in artikel 2 neergelegde regeling komt overeen met de overgangsregeling die in artikel 12 van het concept-Besluit financiƫn regionale politiekorpsen is vastgelegd. De voorlopig vastgestelde budgetverdeeleenheden en het voorlopig vastgestelde normbedrag zullen zo spoedig mogelijk - naar verwachting uiterlijk eind november van dit jaar - worden bekendgemaakt. De eerste tranche van de voorlopig vastgestelde algemene bijdrage zal op 15 januari 1994 worden uitgekeerd. 8. De in artikel 3 opgenomen mogelijkheid aan de regio een bijzondere bijdrage te verstrekken, komt overeen met de mogelijkheid die daartoe in artikel 3 van het concept-Besluit financier} regionale politiekorpsen is neergelegd. 9. Uit het derde lid van artikel 4 vloeit voort dat over de periode van 1 januari 1994 tot aan de datum van inwerkingtreding van de nieuwe Politiewet niet afzonderlijk verantwoording behoeft te worden afgelegd. De verantwoording over die periode kan geschieden op het moment dat over-het gehele boekjaar 1994 verantwoording moet worden afgelegd. In het concept-Besluit comptabele regelgeving regionale politie is geregeld wanneer en op welke wijze verantwoording moet worden afgelegd. 10. Ten einde een gebroken boekjaar te vermijden, wordt in het vierde lid van artikel 4 bepaald dat vanaf 1 januari 1994 het concept-Besluit comptabele regelgeving regionale politie als leidraad voor de inrichting van het regionale comptabele bestel moet worden aangehouden. Een copie van dit concept is als bijlage bij dit model gevoegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 1670