- 11 -
RAADSVOORSTEL vervolg /36
b. Elk gebouw van enige omvang dat in het centrum wordt opgericht kan
gevolgen hebben voor het karakteristieke beeld van het centrum, doch dit
behoeft daarom nog niet negatief te zijn. Veeleer gaat hier een versterking
vanuit.
c. Zie antwoord onder nummer 9c.
d. Ook in andere bestemmingsplannen wordt de grondexploitatie opgesteld op
basis van o.a. inschattingen van de verwervingsprijzen. In het planstadium
zijn de prijzen nooit exact bekend. De verkoopopbrengst van de Kloosterka
zerne en van de ondergrond voor de schouwburg tesamen wordt toereikend
geacht om redelijke aankoopkosten van het terrein van de staat, het
bouwrijp maken en een sobere en doelmatige aanpassing van de omgeving te
financieren.
e. Zie antwoord onder nummer 7c.
Gezien het vorenstaande achten wij de bezwaren ongegrond.
15. Mevr. S. v.d. Stam, Overakkerstraat 99/3, 4834 XJ Breda
Bezwaar;
a. Protest tegen het schouwburgplan, vanwege de nog af te lossen schuld op
de toneeltoren van de huidige schouwburg; onverantwoord beslag op de
gemeenschapsgelden.
Antwoord
a. De noodzaak voor het bouwen van een nieuwe schouwburg is reeds vermeld
onder antwoord nummer 1. De afweging en prioriteitstelling inzake de verde
ling van de gemeentelijke middelen hebben geen betrekking op dit bestem
mingsplan.
Gezien het vorenstaande achten wij de bezwaren ongegrond.
16. H.H. Kortland-Brinkman, Roskam 26, 4813 GZ Breda
Bezwaar;
a. Groots opgezet theater is onvoldoende te exploiteren en appellante
vraagt zich af of de gemeente niet een te groot financieel risico loopt.
b. Goedgekeurd bestemmingsplan en een samenhangende invulling voor het
Chasséterrein ontbreken.
Antwoord;
a. De exploitatie van de schouwburg staat los van het bestemmingsplan en is
in het kader van de vaststelling van dit plan niet relevant.
b. Zie het antwoord onder nummer 9b.
Gezien het vorenstaande achten wij de bezwaren ongegrond.
17. J. en H. Peijnenburg-Weebers, Joshof 24, Breda
Bezwaar
a. Fel tegen nieuwe krankzinnig dure schouwburg.