TNO-Rapport
Pagina
93-BT-RM432 30 november 1993 1 van 2
Bijlage 1
Vriesproeven conform NEN 2872
1. BEVOCHTIGING'
Alvorens op proefstukken de vriesproef uit te voeren, wordt deze een
vochtbelasting opgelegd. De op te leggen vochtbelasting is afhankelijk van
de droogeigenschappen en de toepassing van de te onderzoeken proefstukken.
Er worden drie graden van vochtbelasting toegepast:
- matige vochtbelasting;
- hoge vochtbelasting;
- extreme vochtbelasting.
Deze vochtbelastingen worden als volgt verkregen:
aMatige vochtbelasting
Na droging tot constante massa conform NEN 2872 worden de proefstukken
gedurende 4 dagen bij atmosferische druk ondergedompeld in drinkwater
van kamertemperatuur.
bHoge vochtbelasting
Na droging tot constante massa conform NEN 2872 worden de proefstukken
in een vacuumketel bij verlaagde druk (50 kPa) ontlucht. Tegelijker
tijd wordt in een andere ketel bij dezelfde druk drinkwater ontlucht.
Twee uur na het bereiken van de gewenste druk wordt - onder handhaving
van die druk - het water naar de ketel met de proefstukken geleid tot
de proefstukken met tenminste 50 mm water zijn bedekt. Hierna wordt de
atmosferische druk toegelaten. De proefstukken worden in deze toestand
gedurende 4 dagen in de gelegenheid gesteld water op te nemen.
cExtreme vochtbelasting
De proefstukken worden bevochtigd analoog aan methode b, maar nu met
een zodanig lage druk (2,5 kPa) dat bijna alle poriën met water worden
gevuld
Naast deze drie methoden bestaat nog een vierde methode van bevochtigen
namelijk met behulp van een thermostaatbad
d. Thermostaatbad (conform NEN 2480 "Keramische dakpannen")
Na droging tot constante massa conform NEN 2872 worden de proefstukken
voor een periode van 72 uur geplaatst in een met water met een
temperatuur van 80°C gevuld thermostaatbad. Vervolgens worden de
proefstukken in ondergedompelde toestand in 2 uur tot 20°C afgekoeld
met behulp van koud stromend water. Aansluitend blijven de proefstuk
ken nog 22 uur in het bad van 20°C. De totale verblijftijd in water
bedraagt aldus 96 uur.
Deze methode leidt - bij keramische dakpannen - in het algemeen tot
een iets hogere vochtbelasting dan die verkregen met de methode lb.