- 3 -
RAADSVOORSTEL vervolg 288
bevestigd, dat het ontwerp-bestemmingsplan op 23 augustus 1993 wel ter
inzage heeft gelegen. Hiermee is aan de wettelijke bepalingen terzake vol
daan
2. Bewonersvereniging Breda-zuidwest, Beethovenlaan 3, 4837 CH Breda.
Bezwaren
1. De woonwagenlocatie mag niet in westelijke richting worden uitgebreid,
omdat de locatie anders terecht komt in de geledingszone, die in het
streekplan Noord-Brabant is aangegeven. Ook Gedeputeerde Staten zijn,
blijkens hun beslissing van 7 december 1990 tegen een verdere verschuiving
in westelijke richting.
2Door de onbeperkte overgangsregeling in het bestemmingsplan wordt de
situatie, die op papier wordt aangepast aan het standpunt van de Kroon, in
werkelijkheid gehandhaafd. Het risico van een anticipatie, die niet kan
worden gevolgd door een onherroepelijk bestemmingsplan is voor rekening van
de gemeente. Als nu alles bij het oude blijft, zijn de procedures van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening waardeloos. Ook de Raadsadviseur ten behoeve
van de Raad van State is de mening toegedaan, dat in dit geval geen
overgangsrecht in het leven behoort te worden geroepen.
3. In de bestemmingsplantoelichting wordt aangegeven, dat de Kroonjurispru-
dentie geen beperking toelaat, zoals door de reclamant wordt gevraagd. Er
wordt wel een soort "informeel" overgangsrecht ten tonele gevoerd. Dit zou
inhouden, dat de gemeente Breda zal trachten de vijf te verwijderen
woonwagens op vrijwillige basis te amoveren. Dit is voor de reclamanten
onvoldoende, omdat de gemeente hiermee geen enkele juridisch afdwingbare
verplichting op zich neemt. Bovendien is de termijn van tien jaar na het
van kracht worden van dit bestemmingsplan te lang.
Antwoorden
1. De beperkte uitbreiding van de woonwagenlocatie ten opzichte van het
bestemmingsplan uit 1982 (tien meter standplaatsbreedte en tien meter
beplantingszone) doet geen afbreuk aan de geledingszone in het, overigens
inmiddels vervangen, streekplan. Dat zou wel het geval zijn, als de locatie
in zijn geheel zover naar het westen zou moeten worden verplaatst, dat een
afstand van 75 meter ten opzichte van de woningen in Ruitersbos zou worden
bereikt
In hun beslissing van 7 december 1990 hebben Gedeputeerde Staten weliswaar
overwogen, dat een verdere uitbreiding in westelijke richting niet aan
vaardbaar zou zijn, maar op dat moment lag het voorgaande herzieningsplan
voor, waarin de nu opgenomen uitbreiding ook al was opgenomen. Daaraan
hebben Gedeputeerde Staten toen wel de goedkeuring verleend. Gezien ook het
nieuwe streekplan uit 1992, waarin deze zone als centraal stedelijk gebied
is aangegeven, zijn wij van oordeel, dat de aanleg van een nieuwe stand
plaats, ten westen van de ontsluitingsweg van de locatie op de Ruitersbos-
laan, vanuit landschappelijk oogpunt geen bezwaren ontmoet. In het kader
van het vooroverleg ex artikel 10 B.R.O. heeft de Provinciale Planologische
Commissie hieromtrent ook geen enkele opmerking gemaakt.
2De in het bestemmingsplan opgenomen overgangsbepaling sluit aan bij
hetgeen in de Kroonjurisprudentie ten aanzien van overgangsbepalingen in
bestemmingsplannen wordt geƫist. De Kroon heeft een aantal inperkingen van
het overgangsrecht als onacceptabel aangemerkt. Onder andere beperking in