RAADSVOORSTEL vervolg /291 Het buitengebied van Breda vormt met het achterliggende gebied in land schappelijk en ecologisch opzicht een duidelijke eenheid en dat vraagt om een eenduidige inzet van instrumenten (denk aan de ecologische hoofdstruc tuur en de beekdalen, water, de landbouw)Verder kan het project ook leiden tot actualisering van eigen beleid met name op het punt van het landschapsbeleid en de (ecologische) landbouw. Tenslotte werpt een kwalita tief waardevol landelijk gebied in het zuiden ook indirect vruchten af (recreatief, imago) voor de stad. CONSEQUENTIES Het convenant houdt juridisch een inspanningsverplichting in de afgesproken projecten volgens planning gezamenlijk tot uitvoering te brengen. Daar waar er sprake is van consequenties voor het eigen gemeentelijk beleid, zal er eerst besluitvorming door uw raad moeten plaatsvinden. Is er aanleiding om in het Bredase van een gemeenschappelijk tussen de partijen getrokken lijn af te wijken, dan is die mogelijkheid volgens het convenant aanwezig mits een en ander nader wordt gemotiveerd. Het project vraagt van Breda een financiële bijdrage van 32.500,- voor het jaar 1994 en 22.500,- voor 1995. Voor het eerste jaar is dat afgedekt in het reeds vastgestelde uitvoeringsprogramma GMP 1994. Wij stellen voor de bijdrage voor het jaar daarop mee te nemen in het uitvoeringsprogramma voor 1995. INSPRAAK Bij de uitvoering van het convenant zullen de betreffende doelgroepen nadrukkelijk worden betrokken. Kader daarvoor is het milieucommunicatieplan van het stadsgewest. ADVIESRADEN NVT COMMISSIEBEHANDELING De commissies Milieu en Energie en Ruimtelijke Ordening, Verkeer en Vervoer kunnen zich met het voorstel verenigen. Burgemeester en wethouders van Breda, Ligt teri^irtóage

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 1778