Algemene bepalingen huurovereenkomst bedrijfsruimte - 2 - Artikel 1 Het gehuurde. 1.1. Onder het gehuurde zijn mede begrepen de aanwezige installaties en voorzieningen, voor zover die eigendom van verhuurder zijn en zijn beschreven in de bij de overeenkomst behorende, gewaarmerkte omschrijving. 1.2. Het gehuurde wordt opgeleverd en aanvaard in de staat, zoals is aangegeven in de bij de overeen komst behorende, gewaarmerkte omschrijving of bij gebreke daarvan die waarin het zich ten tijde van de oplevering bevindt. Verhuurder mag desgewenst voor zijn rekening, na overleg met huurder, wijzigingen of voorzieningen in of aan het gehuurde aanbrengen. Artikel 2 Bestemming en gebruik. 2.1. Huurder dient het gehuurde - gedurende de gehele duur van de overeenkomst - daadwerkelijk, behoorlijk en zelf te gebruiken uitsluitend overeenkomstig de in de huurovereenkomst aangegeven bestemming en met inachtneming van bestaande zakelijke rechten en van overheidswege en vanwege nutsbedrijven gestelde of nog te stellen eisen. Hij dient het te voorzien en voorzien te houden van voldoende inrichting en inventaris. 2.2. Huurder zal zich gedragen naar de bepalingen van de wet en de plaatselijke verordeningen alsmede naar de gebruiken omtrent huur en verhuur, de voorschriften van de overheid, van de nutsbedrijven, indien van toepassing van het bureau voor Sprinklerbeveiliging en de verzekeraars, evenals naar de mondelinge en schriftelijke aanwijzingen door of namens verhuurder gegeven in het belang van een behoorlijk gebruik van het gehuurde en van de binnen- en buitenruimten, installaties en voorzieningen van het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt, waaronder met name die ten aanzien van onderhoud, aanzien, geluidsniveau, orde, brandveiligheid, parkeergedrag en het goed functioneren van het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt. Huurder zal steeds ten spoedigste zorgdragen voor de daartoe eventueel nodige werkzaamheden en maatregelen. 2.3. Huurder zal aan andere gebruikers van het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt geen hinder of overlast veroorzaken en er voor zorgdragen dat bij hem met zijn goedvinden aanwezige derden en zijn of hun bezoekers dit evenmin doen. Verhuurder is niet verplicht de nakoming hiervan af te dwingen. Hij blijft daartoe echter wel bevoegd. Onder hinder en overlast wordt mede begrepen storing van radio- en televisie-ontvangst en van de werking van andere elektrische apparatuur. 2.4. Huurder dient zelf te zorgen voor het voldoen aan vereisten, waaronder het beschikken over vergunningen, goedkeuringen, ontheffingen enz., in verband met de uitvoering van zijn bedrijf of beroep in het gehuurde daaronder begrepen die ingevolge de Hinderwet en milieuwetten. Het niet of niet langer voldoen aan die vereisten geeft huurder nimmer aanleiding tot ontbinding of nietigver klaring van de huurovereenkomst, noch tot enige andere actie tegen verhuurder. 2.5. Indien aan of in het gehuurde in verband met artikel 2.4. wijzigingen of voorzieningen al dan niet op overheidsvoorschrift noodzakelijk zijn, is huurder onverminderd het onder, artikel 3 bepaalde er voor aansprakelijk dat bij de uitvoering van de werkzaamheden voldaan wordt aan terzake door de overheid gestelde of te stellen eisen, alsmede dat eventueel benodigde vergunningen worden verkregen, terwijl de kosten van de wijzigingen of voorzieningen voor huurders rekening zijn. 2.6. Verhuurder heeft na overleg met huurder het recht om, zowel ten eigen behoeve als ten behoeve van huurder of derden, voor (licht-)reclame, aanduidingen en anderszins, te beschikken over de daken, buitengevels, tuinen en erven van het gehuurde en van het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt. Verhuurder zal bij de uitoefening van dit recht rekening houden met de naar zijn oordeel gerechtvaardigde belangen van huurder. Huurder is verplicht de werkzaamheden en voorzieningen daarvoor te gedogen en heeft ter zake nimmer enige actie jegens verhuurder. 2.7. Indien het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt, is of wordt gesplitst in apparte mentsrechten, is huurder verplicht de uit de splitsingsakte, statuten en reglementen voortvloeiende voorschriften omtrent het gebruik in acht te nemen. Hetzelfde geldt als het gebouw of complex "2- (12/1989) ALGEMENE BEPALNGEN HUUROVEREENKOMST BEDRIJFSRUMTE

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 1789