RAADSBESLUIT vervolg Artikel 7informatieplicht verkoper, onderzoeksplicht koper Afgezien van het hiervoor bepaalde, staat verkoper er voor in aan koper met betrekking tot het registergoed die informatie te hebben gegeven, die naar geldende verkeersopvattingen door hem ter kennis van koper behoort te worden gebracht Koper aanvaardt uitdrukkelijk dat de resultaten van het onderzoek naar die feiten en omstandigheden die naar geldende verkeersopvattingen tot zijn onderzoeksgebied behoren, voor zijn risico komen (voorzover deze aan verkoper thans niet bekend zijn) Artikel 8risico-overgang, beschadiging a. Het registergoed komt voor risico van koper: 1. bij een voortijdige ingebruikneming van het registergoed, met ingang van de datum van ingebruikneming; 2. zodra de notariële akte van levering is ondertekend. b. Indien het registergoed vóór het tijdstip van risico-overgang anders dan door toedoen van de koper geheel of gedeeltelijk verloren gaat of in meer dan geringe mate wordt beschadigd, is verkoper verplicht koper daarvan onverwijld in kennis te stellen en is deze overeenkomst van rechtswege ontbonden, tenzij binnen 4 weken nadat het onheil is ge schied, maar in ieder geval voor het in artikel 1 genoemd tijdstip van levering koper niettemin uitvoering van de onderhavige overeenkomst verlangt, in welk geval verkoper aan koper zal overdragen: het verkochte in de staat waarin het zich als dan bevindt, alsmede - zonder enige bij zondere tegenprestatie naast de overeengekomen koopprijs - alle rechten, welke verkoper ter zake van vorenbedoelde schade, hetzij uit hoofde van verzekering, hetzij uit andere hoofde jegens derden kan doen gelden. Artikel 9bodemonderzoek a. Omtrent de aanwezigheid van voor het milieu of de volksgezondheid gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen in de te verkopen grond, is een standaard indicatief bodemonderzoek verricht. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in het rapport van de Milieudienst van de gemeente Breda, gedateerd juni 1993 (nummer 14124), in welk(e) rap port (en) de toestand van de grond wordt omschreven en waaruit blijkt dat er geen reden is om aan te nemen dat zich in de grond dergelijke stoffen bevinden, die naar de huidige maatstaven schadelijk zijn te achten voor het milieu, of die anderszins onaanvaardbaar zijn. Evenmin heeft verkoper, gezien het voorafgaande gebruik van de grond voorzover dat aan de verkoper bekend is, reden om aan te nemen, dat dergelijke stoffen zich in de grond zouden kunnen bevinden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 1829