RAADSBESLUIT vervolg 298
verkoop van de grond te starten met de bouw van de in artikel 4 lid 6
aangeduide woningen. Onder het starten van de bouw wordt ten dezen
verstaan dat de palen zijn geheid en/of de fundamenten zijn gelegd en
dat de begane grondvloer is aangebracht.
b. Koper(s) verbindt/verbinden zich de in artikel 4 lid 6 genoemde woningen
binnen 12 maanden na de datum van het notarieel transport zover te
hebben voltooid, dat de voltooiingsverklaring ex artikel 29 lid 1 van de
Bouwverordening van de gemeente Breda kan worden afgegeven.
c. Voor iedere niet-nakoming van de verplichting vervat in het eerste en
tweede lid, zal door koper en zo meer kopers te samen gekocht hebben,
door hen als hoofdelijke debiteuren, na ingebrekestelling, ten behoeve
van de gemeente een dadelijk opeisbare boete verschuldigd zijn van 1%
van de totale koopsom per dag, met een minimum van 100,-- per dag,
voor iedere dag dat de overtreding voortduurt
Artikel 16: B.T.W.
a. Het registergoed, kadastraal bekend gemeente Ginneken sectie N nummer
3216 (gedeeltelijk), groot ongeveer 2.252 m2zoals op tekening nr.
61311 van het gemeentelijk Grondbedrijf (gewijzigd 17-09-1993) met een
grijze kleur is aangegeven, heeft de navolgende bewerkingen ondergaan:
1. het bestaande maaiveld is gefreesd en opgehoogd tot het vereiste
peil
b. De navolgende voorzieningen uitsluitend ten behoeve van het onder A.
genoemde registergoed zijn getroffen:
1. aangelegd is een droogweerafvoer met inlaten ten behoeve van de
huisaansluitingen;
2. het verplanten respectievelijk rooien van bomen.
c. Het onder A. genoemde registergoed is bouwrijp gemaakt en moet derhalve
beschouwd worden als een vervaardigd goed als bedoeld in artikel 11,
eerste lid, letter a, onder le, van de Wet op de omzetbelasting 1968,
zoals deze bepaling is te verstaan in het arrest van de Hoge Raad der
Nederlanden van 21 november 1990, rolnummer 26.362, gepubliceerd in
BNB 1991/19.
d. Verkoper is mitsdien ter zake van deze levering omzetbelasting ver
schuldigd en is gerechtigd deze aan koper in rekening te brengen.
Artikel 17ketting/boetebeding
De bepalingen van de artikelen 13, 14 en 27, alsmede dit artikel moeten bij
elke vervreemding van het registergoed of een gedeelte daarvan, alsmede bij
elke toekenning van een zakelijk genotsrecht op het registergoed of een
gedeelte daarvan, aan de opvolgende eigena(a)r(en) of zakelijk gerechtigden
worden opgelegd en worden bedongen ten behoeve van de gemeente Breda,
tenzij de bedoelde bepalingen inmiddels zijn uitgewerkt; bij niet-nakoming
van deze bepalingen verbeurt de nalatige partijna ingebrekestelling, ten
behoeve van de gemeente Breda een direct opeisbare boete van 100,00 per
dag, voor iedere dag dat de overtreding voortduurt.