RAADSBESLUIT vervolg 299 b. Indien tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor de bouw van het op de grond te realiseren bouwplan, doch voor het moment van het onderteke nen van de notariële akte/c.q. ingebruikneming van de grond, zou blijken van de aanwezigheid van naar de huidige maatstaven voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen, die van zodanige concentratie en aard zijn dat van koper in redelijkheid niet kan worden verlangd dat hij, zonder tot sanering over te gaan, aan zijn bouwplicht voldoet, heeft koper het recht deze overeenkomst te ontbinden en het/de register- goed(eren) ter vrije beschikking van de gemeente te stellen, voorzover redelijkerwijze mogelijk in de toestand waarin deze zich bevond bij het aangaan van de overeenkomst c. Onder voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen worden niet verstaan: funderingsresten, puin of andere restanten van bouwkundi ge aard, noch de aanwezigheid van de draagkracht van de grond beïnvloe dende omstandigheden, noch stobben van bomen of struiken. Artikel 10: voortijdige ingebruikneming Bij de ingebruikneming van het/de registergoed(eren) wordt/worden de koper(s) geacht deze volledig te kennen en te aanvaarden als bouwrijpe grond, zodat hij alsdan geen aanspraak kan maken op enige vergoeding van enigerlei schade wegens structuur, gesteldheid, verontreiniging et cetera van de bodem Artikel 11: uitsluiting ontbinding Partijen verplichten zich over en weer bij de akte van levering afstand te doen van het recht om op welke grond dan ook ontbinding of vernietiging van de overeenkomst te vragen. Artikel 12twee of meer kopers Ingeval twee of meer personen koper zijn, geldt het volgende: a. kopers kunnen slechts gezamenlijk de voor hen uit deze overeenkomst voortvloeiende rechten uitoefenen; b. alle partijen zijn hoofdelijk verbonden voor de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen. Artikel 13parkeerplaatsen a. Koper(s) en diens rechtsopvolgers dienen per woning parkeerruimte voor 1 auto te realiseren, in stand te houden en bereikbaar te houden. Artikel 14gedoogplicht Koper moet gedogen, dat palen, kabels, draden, isolatoren, rozetten en pijpleidingen, voor openbare doeleinden bestemd, op, in, aan, of boven het verkochte worden of zijn aangebracht, op de plaatsen waar en de wijze waarop het college van burgemeester en wethouders c.q. het desbetreffende nutsbedrijf dit nodig zal achten; omtrent bedoelde plaats en wijze wordt tevoren met de eigena(a)r(en) overlegd; koper of diens rechtsverkrijgenden zijn verplicht al hetgeen krachtens deze bepaling is of wordt aangebracht te laten bestaan. Het aanbrengen en/of het aanwezig zijn van bovenbedoelde voorwerpen als gevolg van deze gedoogplicht doet geen recht ontstaan op enigerlei schade vergoeding

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 1839