- 4 -
RAADSVOORSTEL vervolg 3Q,-
ven. De consequentie hiervan is echter wel dat de buurtconsulente een
permanente coördinerende en uitvoerende taak in Tuinzigt heeft gekregen.
Dit neemt echter niet weg dat kan worden overwogen het project uit te
breiden naar andere achterstandswijken in Breda, zoals Heuvel en Princenha-
ge. Er is echter een aantal argumenten om op dit moment van uitbreiding af
te zien.
Allereerst is het met het oog op de gemeentelijke discussie over wijkge
richt werken in Breda zinvol de uitkomsten daarvan af te wachten en eerst
de consequenties daarvan voor de buurtgerichte aanpak van hardnekkige
werkloosheid te overzien. Naar onze mening dienen de ervaringen van dit
project bij deze discussie te worden betrokken.
Het project "Samen naar Werk" heeft, weliswaar op een beperkt terrein,
reeds de meerwaarde van wijkgericht werken aangetoond. Afhankelijk van het
verloop van deze discussie is het bijvoorbeeld te overwegen deze buurtaan-
pak werkgelegenheid in het wijkgerichte werken te implementeren. Om te
voorkomen dat de ervaringen en verworvenheden van deze aanpak verloren gaan
is het dan ook zinvol het project in afwachting van deze discussie in ieder
geval met één jaar te verlengen.
Door deze verlenging wordt het project tevens in staat gesteld om, door het
uitvoeren van de geformuleerde aanbevelingen, de werkwijze te optimalise
ren. Zoals uit de evaluatie naar voren komt, is het project nog steeds in
ontwikkeling. Op basis van een inschatting van de situatie in Tuinzigt en
van ervaringen met soortgelijke projecten in andere steden, moet er op
gerekend worden dat het project pas na 2 a 3 jaar "uitontwikkeld" zal zijn.
De conclusie is gerechtvaardigd dat het project in anderhalf jaar tijd een
goede basis heeft gelegd voor het optimaliseren van de integrale maatwer-
kaanpak in de wijk Tuinzigt. Voor uitbreiding naar andere wijken is het
echter nog te vroeg.
Het project moet in 1994 de gelegenheid krijgen de aanbeveling uit te
voeren om het sociaal cultureel werk, het jongerenwerk en het opbouwwerk te
stimuleren nog meer aandacht te laten besteden aan activering, motivering
en toeleiding van werkzoekenden. In dit kader dienen meer dan tot nu toe
gebeurd is speciale, op moeilijk bemiddelbare werkzoekende gerichte acti
viteiten te worden opgezet. In dit verband is het overigens goed te consta
teren dat in tegenstelling tot de projecten uit andere steden, het buurt
en maatschappelijk werk in Tuinzigt wel open staat om hun werkwijze af te
stemmen op de arbeidstoeleiding van werkzoekenden.
Daarnaast dient in overleg met het arbeidsbureau bevorderd te worden dat
zodra het project iemand aanmeldt voor actieve bemiddeling, direct een
passende vacature wordt gezocht. Wachttijden dienen te worden vermeden. Dit
zet de vaak moeizaam verkregen motivatie van de werkzoekende teveel onder
druk. Voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid zal de relatie met ini
tiatieven in het kader van buurtbeheer en sociale dienstverlening versterkt
moeten worden.
In de evaluatie is naar voren gekomen dat de effecten van vele doorverwij
zende, adviserende en bemiddelende activiteiten van de buurtconsulente niet
zijn geregistreerd. Desalniettemin maken deze activiteiten een substantieel
onderdeel uit van de dagelijkse werkzaamheden. In die zin vormen zij
volgens het project ook een essentieel onderdeel van een buurtgerichte
aanpak. Om enerzijds een beter inzicht te krijgen in de effecten van deze
werkzaamheden voor de perspectieven op werk en anderzijds om de registratie