- 5 -
RAADSVOORSTEL vervolg 55
fase nog inwinnen van een advies van de welstandscommissie dermate in
strijd is met beginselen inzake een behoorlijke en zorgvuldige procesgang,
dat aan het advies geen betekenis mag worden toegekend. In de kritiek van
appellante op deze handelwijze kan de commissie zich deels vinden, maar de
commissie is het niet eens met de conclusie die appellante daaraan ver
bindt. De opvatting van appellante gaat namelijk voorbij aan het karakter
van de plaatselijke beroepsprocedure: dit is een procedure van volledige
heroverweging, waarbij alle relevante nieuwe feiten en omstandigheden
kunnen worden betrokken en eerder geconstateerde gebreken in de besluitvor
ming kunnen worden gerepareerd. Alhoewel dit zeker geen gebruikelijke
procedure is, kan een ni het advies van de Commissie voor bezwaar- en
beroepschriften ingewonnen advies van de welstandscommissie in beginsel een
belangrijk novum opleveren waarmee bij de beslissing op het beroepschrift
rekening kan worden gehouden. Juist met het oog op een behoorlijke en
zorgvuldige procesgang is aan dit welstandsadvies een afzonderlijke
hoorzitting gewijd.
De vraag of in het voorliggende geval de sloopvergunning terecht kon worden
geweigerd hangt ten nauwste samen met de beantwoording van een andere
vraag, namelijk of te verwachten is dat door het slopen het stadsbeeld zal
worden geschaad. Elders in dit voorstel is reeds gewezen op de beperkte
betekenis die volgens jurisprudentie aan dit criterium kan worden toege
kend: het voorkomen dat na de sloop langdurig gaten zouden ontstaan die
niet passen in het overigens aanwezige stadsbeeld. Als die laatste vraag,
nl. of door het slopen het stadsbeeld zal worden geschaad, niet eenduidig
positief kan worden beantwoord, kèn de sloopvergunning niet worden gewei
gerd. In de bestreden beslissing wordt er zonder nadere motivering van uit
gegaan, dat het stadsbeeld wordt geschaad. Terecht wordt in het beroep
schrift op dit motiveringsgebrek gewezen. Het thans beschikbare welstands
advies laat iets van een motivering zien, waarop een dergelijke vaststel
ling zou kunnen worden gebaseerd. Die motivering is echter uiterst summier:
ontdaan van de elementen die in het kader van de beantwoording van de voor
liggende vraag geen rol mogen spelen (beeldbepalendheid van het gebouw,
geen perspectief van een waardevolle vervanging) resteren slechts de
overwegingen van de welstandscommissie inzake de ligging aan de singel en
het vanuit diverse gezichtspunten zich manifesterende silhouet. Een nadere
onderbouwing ontbreekt. Deze overwegingen overtuigen naar het oordeel van
de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften niet. Door de gemachtigde van
burgemeester en wethouders zijn hieraan ter hoorzitting weliswaar in
aanvullende zin enige beschouwingen gewijd, doch nog afgezien van de vraag
welke betekenis hieraan mag worden toegekend is de commissie van oordeel
dat de welstandscommissie zélf haar schriftelijke advies, gezien de
mogelijke betekenis daarvan in deze procedure, uitputtend had behoren te
motiveren. De late verschijning van dit welstandsadvies in deze procedure
maakt een gedegen motivering temeer noodzakelijk. Gelet op het tijdstip van
advisering had in deze motivering aandacht kunnen worden besteed aan de in
de eerste versie van dit voorstel reeds opgenomen overwegingen, met name
die waarin de deplorabele toestand van het gebouw en de relatie van het
gebouw tot zijn thans bestaande omgeving ter sprake komen. De welstandscom
missie heeft dit nagelaten.
De Commissie voor bezwaar- en beroepschriften blijft bij haar eerder
ingenomen standpunt.
CONSEQUENTIES