gemeente Breda
RAADSVOORSTEL
Registratie nr
Dienst/afdeling
Bijlage
1993/65
937900626
OW
3
BETREFT AFWIKKELING LIQUIDATIEPLAN VAN HET WOONWAGENSCHAP BREDA
INLEIDING
Op 28 mei 1991* heeft uw raad besloten tot opheffing van de "Regeling
Woonwagenschap Breda" per 1 januari 1992, alsmede tot het instemmen met de
hoofdlijnen voor de liquidatie van het samenwerkingsverband zoals neerge
legd in het opheffingsplan* de dato februari 1991 en zoals verwoord in het
betreffende voorstel aan de raad.
Dat dubbelbesluit impliceerde niet, dat reeds voldaan was aan het bepaalde
in artikel 48, lid 4 van de Gemeenschappelijke Regeling Woonwagenschap
Breda. In die bepaling is aangegeven, dat na het besluit tot opheffing het
dagelijks bestuur van het Woonwagenschap een ontwerp-liquidatieplan opstelt
en dat het liquidatieplan* door het algemeen bestuur van het
Woonwagenschap, de raden van de gemeenten gehoord, definitief wordt
vastgesteld.
Op grond van het bovenstaande hebben wij in voornoemd raadsvoorstel
medegedeeld, dat een finaal besluit met betrekking tot de liquidatie en de
financiële consequenties daarvan te zijner tijd nog door uw raad genomen
moet worden.
Inmiddels heeft echter het algemeen bestuur van het Schap op 11 december
1992 de jaarrekening en in samenhang daarmede het liquidatieplan voorlopig
vastgesteld zodat het dagelijks bestuur het liquidatieplan aan de gemeente
raden kon aanbieden. De vaststelling van het liquidatieplan wordt pas
definitief nadat de aangesloten gemeenten positief hebben gereageerd.
Het liquidatieplan zoals dat door het A.B. van het Woonwagenschap voorlopig
is vastgesteld wordt u thans aangeboden:
1. in het licht van artikel 48 van de Regeling Woonwagenschap Breda;
2. ter formele besluitvorming ten aanzien van een aantal zaken, voort
vloeiende uit het liquidatieplan.
VOORSTEL
1. In te stemmen met het liquidatieplan van het Woonwagenschap Breda, zoals
gevoegd bij de jaarrekening 1991, onder de voorwaarden, dat het Schap i.l.
zich conform het gestelde in het liquidatieplan verplicht:
a. de saneringskosten van het terrein van Driekoningenoord te vergoeden,
voorzover die verontreiniging een gevolg is van het gebruik van dat terrein
als woonwagenlocatie;
b. aan de gemeente Breda uit te keren de restantboekwaarde van de door de
gemeente Breda op Driekoningenoord gedane investeringen;
c. idem met betrekking tot de tot heden niet geaccepteerde stichtingskosten
voor 6 Bredase reserve standplaatsen, inclusief rente;
een en ander indien en voorzover het Rijk deze posten niet of slechts
gedeeltelijk vergoedt.
2Over te gaan tot overname in eigendom van het Woonwagenschap Breda van
de gronden en opstallen van de woonwagenlocaties: Pietersberg,
Weegbladtuin, Nieuwe Inslag, Claas Persoonsstraat, Rijnauwenstraat, Emerweg
en Jacob Catssingel alsmede de opstallen en verhardingen met toebehoren van
de locaties Ruitersbos, Hamdijk en Nieuwe Kadijk, conform bijgevoegd
concept-besluit;
