- 2 - RAADSVOORSTEL vervolg 8 anderzijds omdat meer jongeren regulier bemiddeld zullen worden en daardoor buiten het JWG kunnen blijven. De consequentie hiervan is dat de jongeren die aangemeld worden, wat betreft hun arbeidsmarktpositie steeds vaker een echte "probleem"groep blijken te zijn (dit is overigens conform de feitelijke doelstelling van de wet, die als sluitstuk van arbeidsvoorzieningsmaatregelen immers een vangnetkarakter heeft). De ervaring leert inmiddels dat deze groep alleen met intensieve individuele begeleiding op een (werkervarings)traject naar regulier werk kan worden geplaatst. Voor een deel van de jongeren is - ondanks het bestaan van een JWG-arbeidsovereenkomst - zelfs eerst een voortraject noodzakelijk voordat plaatsing bij een inlener mogelijk is. Teneinde deze essentiƫle activiteiten (programma sociale vaardigheden, taallessen etc.) aan te kunnen bieden, is in de begroting een budget opgenomen waarmee voor deze zaken bij deskundige organisaties capaciteit kan worden ingekocht. 2.2 Banenpool In de eerste maanden van 1993 zullen de nog resterende (niet bezette) plaatsen van de banenpool worden ingevuld. Daarmee zullen dan twee jaar eerder dan door het ministerie van SZW werd voorzien, 216 Bredase banen poolwerknemers aan de slag zijn. Hoewel een uitgangspunt van de regelgeving is, dat de banenpool een "eindfunctie" is voor zeer langdurig werklozen, streeft Werkraat in 1993 naar 20% doorstroom van banenpoolwerknemers naar regulier werk. In de praktijk blijkt namelijk een (weliswaar bescheiden) deel van de banenpool werknemers dankzij de opgedane werkervaring wel degelijk in staat om nog reguliere arbeid te verrichten. In nauw overleg met het arbeidsbureau zal worden bezien voor welke banenpoolwerknemers (weer) mogelijkheden op de arbeidsmarkt bestaan. Met het oog op de vergroting van kansen op regulier werk zullen in toenemende mate specifieke activiteiten noodzakelijk zijn om de betrokkenen hierop voor te bereiden. Voor de financiering van deze additionele uitstroomactiviteiten (hetzij uit te voeren door Werkraat zelf, hetzij door andere reguliere organisaties) is een budget opgenomen. Het is in de toekomst niet uitgesloten dat de gemeente Breda meer banen poolplaatsen dan het nu beschikbare aantal krijgt toegewezen. Door het ministerie wordt namelijk een landelijke herverdeling van niet benutte plaatsen voorbereid over gemeenten die meer plaatsingsmogelijkheden dan hun huidige (maximale) aantal hebben. Gelet op de bestaande situatie op de regionale arbeidsmarkt (aantal zeer langdurig werklozen) en de capaciteit van de uitvoeringsorganisatie staan wij positief tegenover zo'n uitbrei ding. Met de eventuele financiƫle consequenties hiervan kan in de begroting evenwel nog geen rekening worden gehouden. Tot op heden is de banenpoolregeling nog maar in beperkte mate ten goede gekomen aan werklozen die geen bijstandsachtergrond hebben, zoals herintre dende vrouwen en (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten. Met de opname van deze kandidaten is steeds terughoudend gewerkt omdat voor de financiering van de loon- en uitvoeringskosten geen uitkeringsgelden kunnen worden ingezet. Desondanks is het van belang dat ook deze langdurig werkzoekenden in de gelegenheid worden gesteld om toe te treden tot de banenpool. In 1993 wil de stichting Werkraat meer instroommogelijkheden bieden aan kandidaten die geen bijstandsachtergrond hebben. Het bestuur van de stichting Werkraat stelt voor om in de begroting voldoende gelden te reserveren om 15% van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 33