- 3 -
RAADSBESLUIT vervolg /69a
b. Verkoper is niet bekend met feiten, die er op wijzen, dat het register-
goed enige verontreiniging bevat, die ten nadele strekt van het in
artikel 4 lid 6 omschreven gebruik door koper, of die heeft geleid of zou
kunnen leiden tot een verplichting tot schoning van het registergoed,
danwel tot het nemen van andere maatregelen.
Artikel 7 informatieplicht verkoper, onderzoeksplicht koper
Afgezien van het hiervoor bepaalde, staat verkoper er voor in aan koper met
betrekking tot het registergoed die informatie te hebben gegeven, die naar
geldende verkeersopvattingen door hem ter kennis van koper behoort te
worden gebracht.
Koper aanvaardt uitdrukkelijk dat de resultaten van het onderzoek naar die
feiten en omstandigheden die naar geldende verkeersopvattingen tot zijn
onderzoeksgebied behoren, voor zijn risico komen (voorzover deze aan
verkoper thans niet bekend zijn)
Artikel 8 risico-overgang, beschadiging
a. Het registergoed komt voor risico van koper:
1. Bij een voortijdige ingebruikneming van het registergoed, met ingang van
de datum van ingebruikneming;
2. Zodra de notariële akte van levering is ondertekend.
b. Indien het registergoed vóór het tijdstip van risico-overgang anders
dein door toedoen van de koper geheel of gedeeltelijk verloren gaat of in
meer dan geringe mate wordt beschadigd, is verkoper verplicht koper
daarvan onverwijld in kennis te stellen en is deze overeenkomst van
rechtswege ontbonden, tenzij binnen 4 weken nadat het onheil is geschied,
maar in ieder geval voor het in artikel 1 genoemd tijdstip van levering
koper niettemin uitvoering van de onderhavige overeenkomst verlangt, in
welk geval verkoper aan koper zal overdragen:
het verkochte in de staat waarin het zich als dan bevindt, alsmede - zonder
enige bijzondere tegenprestatie naast de overeengekomen koopprijs - alle
rechten, welke verkoper terzake van vorenbedoelde schade, hetzij uithoofde
van verzekering, hetzij uit andere hoofde jegens derden kan doen gelden.
Artikel 9 bodemonderzoek
a. Omtrent de aanwezigheid van voor het milieu of de volksgezondheid
gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen in de te verkopen grond, is een
standaard indicatief bodemonderzoek verrichtDe resultaten van dit
onderzoek zijn vastgelegd in de rapporten van de Milieudienst van de
gemeente Breda, (gedateerd april 1989 nummer 31721, mei 1990 nummer 23184
en mei 1992 nummer 14061) in welke rapporten de toestand van de grond
wordt omschreven en waaruit blijkt dat er geen reden is om aan te nemen dat
zich in de grond dergelijke stoffen bevinden, die naar de huidige maatsta
ven schadelijk zijn te achten voor het milieu, of die anderszins onaan
vaardbaar zijn. Evenmin heeft verkoper, gezien het voorafgaande gebruik van
de grond voor zover dat aan de verkoper bekend is, reden om aan te nemen,
dat dergelijke stoffen zich in de grond zouden kunnen bevinden.
GB02434