- 4 -
RAADSBESLUIT vervolg ggj,
b. Indien tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor de bouw van het op
de grond te realiseren bouwplan, doch voor het moment van het ondertekenen
van de notariële akte c.q. ingebruikneming van de grond, zou blijken van de
aanwezigheid van naar de huidige maatstaven voor het milieu gevaarlijke of
niet aanvaardbare stoffen, die van zodanige concentratie en aard zijn dat
van koper in redelijkheid niet kan worden verlangd dat hij, zonder tot
sanering over te gaan, aan zijn bouwplicht voldoet, heeft koper het recht
deze overeenkomst te ontbinden en het registergoed ter vrije beschikking
van de gemeente te stellen, voor zover redelijkerwijze mogelijk in de
toestand waarin deze zich bevond bij het aangaan van de overeenkomst.
c. Onder voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen worden
niet verstaan: funderingsresten, puin of andere restanten van bouwkundige
aard, noch de aanwezigheid van de draagkracht van de grond beïnvloedende
omstandigheden, noch stobben van bomen of struiken.
Artikel 10 voortijdige ingebruikneming
Bij de ingebruikneming van het registergoed wordt de koper(s) geacht deze
volledig te kennen en te aanvaarden als bouwrijpe grond, zodat hij alsdan
geen aanspraak kan maken op enige vergoeding van enigerlei schade wegens
structuur, gesteldheid, verontreiniging et cetera van de bodem.
Artikel 11 uitsluiting ontbinding
Partijen verplichten zich over en weer om bij de akte van levering afstand
te doen van het recht om op welke grond dan ook ontbinding of vernietiging
van de overeenkomst te vragen.
Artikel 12 twee of meer kopers
Ingeval twee of meer personen koper zijn, geldt het volgende:
a. kopers kunnen slechts gezamenlijk de voor hen uit deze overeenkomst
voortvloeiende rechten uitoefenen,-
b. alle partijen zijn hoofdelijk verbonden voor de uit deze overeenkomst
voortvloeiende verplichtingen.
Artikel 13 parkeerplaatsen
a. Koper(s) en diens rechtsopvolgers dienen per woning parkeerruimte voor 1
auto te realiseren, in stand te houden en bereikbaar te houden.
Artikel 14 gedoogplicht
Koper moet gedogen, dat palen, kabels, draden, isolatoren, rozetten en
pijpleidingen, voor openbare doeleinden bestemd, op, in, aan, of boven het
verkochte worden of zijn aangebracht, op de plaatsen waar en de wijze
waarop het college van burgemeester en wethouders c.q. het desbetreffende
nutsbedrijf dit nodig zal achten; omtrent bedoelde plaats en wijze wordt
tevoren met de eigena(a)r(en) overlegd; koper of diens rechtsverkrijgenden
zijn verplicht al hetgeen krachtens deze bepaling is of wordt aangebracht
te laten bestaan.
Het aanbrengen en/of het aanwezig zijn van bovenbedoelde voorwerpen als
gevolg van deze gedoogplicht doet geen recht ontstaan op enigerlei schade
vergoeding.
GB002897