SOB
gemeente Breda
RAADSBESLUIT 1993 /73
Registratie nr 936800499
Dienst/afdeling SECR/P
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van de burgemeester en wethouders .en met
overname van de daarin vermelde overwegingen;
gelet op artikel van de gemeentewet;;
besluit:
1. het algemeen ambtenarenreglement te wijzigen als volgt:
A. na art. D1 wordt een nieuw artikel D1a ingevoegd,
luidend:
"1. de werktijd van de ambtenaar van 57 jaar en ouder
die
a. een werktijd heeft van meer dan 32 uur per week en
b. een ononderbroken diensttijd heeft van tenminste
tien jaren, waarbij een onderbreking van twee maan
den of minder niet als een onderbreking wordt aange
merkt en
c. geen betrekking vervult als bedoeld in artikel H6, lid 1,
wordt, tenzij het dienstbelang zich daartegen verzet, op
zijn verzoek teruggebracht tot 32 uur per week, met behoud
van zijn arbeidsduur en volledige voor hem geldende be
zoldiging;
2. onder diensttijd als bedoeld in het vorige lid wordt ver
staan de in overheidsdienst doorgebrachte tijd, waaraan het
ambtenaarschap in de zin van de Algemene burgerlijke pen
sioenwet is verbonden, alsmede de in overheidsdienst doorge
brachte tijd waaraan dat ambtenaarschap op grond van artikel
B7 van evengenoemde wet niet is verbonden;
3. de regeling vrijwillig vervroegd uittreden voor ambtenaren
van 59 1/2 jaar en 60 jaar is niet van toepassing op de
ambtenaar wiens verzoek als bedoeld in het eerste lid is inge-
wi11igd.
B. Aan artikel D5 wordt toegevoegd lid 9, luidende: "9. Met ingang van
de dag dat de werktijd van de ambtenaar op grond van artikel D 1a
wordt teruggebracht tot 32 uur per week worden de duur van zijn
vakantie en aanspraak op roostervrije tijd als bedoeld in artikel
D 3, lid 4, naar evenredigheid verminderd en vervalt de vermeerde
ring van vakantie als bedoeld in lid 4 van dit artikel".
C. Artikel D13, lid 4, komt te luiden als volgt:
"4. Het buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging van een
ambtenaar die krachtens artikel D1 vastgestelde werktijden of
krachtens artikel D 1a teruggebrachte werktijd op 1,2,3 of 4
dagen per week zijn betrekking vervult, kan ten hoogste respec
tievelijk 1/5, 2/5, 3/5 of 4/5 van het in lid 3 onder A en B
genoemde^aantal werkdagen bedragen".