- 2 - RAADSVOORSTEL vervolg 84 het meeste aantal punten krijgen toebedeeld. Bij het van kracht worden van de Huisvestingswet zal de wettelijke basis van een toewijzingsregeling niet langer alleen op de woonwagenwet (art.8) berusten. Art.8, lid 1 van de woonwagenwet blijft gehandhaafd, t.w. 'Op een centrum kan standplaats worden ingenomen met een woonwagen totdat een aantal is bereikt, gelijk aan dat waarvoor het centrum is bestemd'. De Huisvestingswet wordt dan echter primair de wettelijke basis. Bij het van kracht worden van die wet krijgt de gemeente een jaar de tijd om haar verordening (indien en voorzover nodig) aan te passen. Momenteel wordt evenwel de noodzaak gevoeld om op voorhand al over een verordening/vergun- ningstelsel te kunnen beschikken, om zo een juridische basis te hebben om te kunnen optreden tegen ongewenste vestigingen. Er hebben reeds enkele incidenten plaatsgevonden die een ingrijpen rechtvaardigden, maar waarvoor de juridische basis ontbrak. Daarom is het ook van groot belang om deze verordening al op 1 mei a.s. in werking te laten treden. Voorgesteld is daarom te besluiten om op basis van artikel 202 van de gemeentewet over te gaan tot onmiddellijke afkondiging van de verordening na de vaststelling daarvan. CONSEQUENTIES Juridische; overtreding is strafbaar en geeft de mogelijkheid tot toepas sing van bestuursdwang. INSPRAAK geen ADVIESRADEN nvt COMMISSIEBEHANDELING De commissie Volkshuisvesting/Bouw- en Woningtoezicht kan zich met dit voorstel verenigen. Burgemeester en wethouders van Breda,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 422