- 2 -
RAADSBESLUIT vervolg /85
c. betreffende monumenten:
I. in de gevallen, waarin dit ingevolge de Monumentenwet respec
tievelijk de Monumentenverordening gemeente Breda is vereist;
II. ten aanzien van het monumentenbeleid.
2. De commissie brengt bij bezwaarschriften- en beroepsprocedures desge
vraagd advies uit.
3. De commissie is tevens belast met de beoordeling van schetsplannen.
Artikel 3
De commissie bestaat, met inbegrip van de voorzitter, uit tenminste zeven
leden, met dien verstande dat:
a. de voorzitter en twee leden deskundig op het gebied van de archi
tectuur dienen te zijn en gerechtigd zijn de titel Architect te
voeren;
b. tenminste een lid deskundig moet zijn op het gebied van bouwhisto-
rie;
c. tenminste een lid deskundig moet zijn op het gebied van architec
tuurhistorie.
Artikel 4
De commissie kan uit haar midden een of meer subcommissies benoemen.
Indien zij van deze bevoegdheid gebruik maakt, dan doet zij daarvan
schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders.
Een subcommissie bestaat uit tenminste drie leden.
De commissie is bevoegd de advisering over de aanvragen om een bouwver
gunning, een sloopvergunning of de melding van een meldingplichtig
bouwwerk, alsmede de beoordeling van schetsplannen te mandateren aan
een subcommissie.
In een subcommissie welke wordt belast met de toetsing van aanvragen
die betrekking hebben op monumenten dan wel van bouwplannen, welke zijn
gelegen in een beschermd stadsgezicht, hebben in ieder geval de in
artikel 3, eerste lid, onderdelen b en c, genoemde leden zitting.
Artikel 5
De voorzitter en de overige leden van de commissie worden benoemd en
ontslagen door burgemeester en wethouders, gehoord de raadscommissie
Volkshuisvesting en Bouw- en Woningtoezicht.
Zij worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaar en kunnen na
het verstrijken van deze periode niet binnen een periode van vier jaar
worden herbenoemd.
Iedere twee jaar treedt de helft van het aantal leden volgens een door
de commissie vast te stellen en door burgemeester en wethouders goed te
keuren rooster af.
Een lid kan te allen tijde ontslag vragen. Het lid, aan wie op diens
verzoek tussentijds ontslag wordt verleend, blijft deel uitmaken van de
commissie totdat het opvolgend lid de benoeming heeft aanvaard.
Indien er een tussentijdse vacacture is ontstaan treedt het in die
vacature benoemde lid van de commissie af op het tijdstip waarop degene
in wiens plaats dat lid is benoemd, diende af te treden.
1.
2.
3.
4.
1.
2.
3.
4.
5.